Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

woensdag 10 april 2013 13:45 - 17:00u

W18 Bewegingsstoornissen en psychiatrie: (genetische) kwetsbaarheid, prodroom, symptoom of syndroom

Rhebergen, D., Bakker, P.R., Cath, D., Koning, J.P.F.

Locatie(s): 0.6 Madrid

Categorie(ën): Diagnostiek; Workshop

INHOUD

Verlamd van schrik. Verstijfd van angst. Het besef van de relatie tussen emotie en beweging is reeds eeuwenoud. Maar wat betekenen bewegingsstoornissen voor ons huidige begrip van psychopathologie, en omgekeerd? Bewegingsstoornissen komen voor bij antipsychotica-naïeve patiënten, bij familieleden van schizofreniepatiënten, als symptoom bij schizofrenie en ernstige depressies, als bijwerking bij antipsychotica en antidepressiva. En indien ze aan een aantal klinische kenmerken voldoen, vormen zij op zichzelf staande syndromen. Omgekeerd gaan bewegingsstoornissen vergezeld van veel psychopathologie.

Deze workshop richt zich op het verkennen van de relatie van bewegingsstoornissen met psychopathologie. Allereerst worden verschillende klinische presentaties van bewegingsstoornissen besproken, onder meer bewegingsstoornisen bij schizofrenie en antipsychoticagebruik, bewegingsstoornissen bij depressie, tics en psychogene bewegingsstoornissen. Hierbij worden klinische observatielijsten – zoals de 'Extra Piramidale Symptomen-tool' (EPS) en de CORE – en instrumentele meting van bewegingsstoornissen besproken en met elkaar vergeleken.

Vervolgens volgt een bespreking van i) de invloed van genen (bijvoorbeeld de dopaminehypothese), ii) de invloed van de omgeving (stress, immuunhypothese) en iii) hun interactie voor de pathofysiologie van bewegingsstoornissen, en de betekenis daarvan voor de klinische praktijk. Er wordt in deze workshop intensief gebruik gemaakt van dvd-materiaal.

 

VORM
Interactieve workshop: presentaties met achtergrondinformatie worden afgewisseld door een demonstratie van meetinstrumenten van bewegingsstoornissen, waarbij deelnemers de gelegenheid krijgen om deze te oefenen. Discussie over de praktische toepasbaarheid van observatieschalen versus instrumentale meting van bewegingsstoornissen wordt gestimuleerd.

LEERDOELEN
- Kennis vergaren van bewegingsstoornissen als potentiële marker voor (genetische) kwetsbaarheid, als prodroom, symptoom of syndroom.

- Inzicht in de rol van de pathofysiologie van bewegingsstoornissen.

- Vaardigheid in de herkenning en differentiatie van de verschillende bewegingsstoornissen en het gebruiken van meetinstrumenten.

- Kennis over de relevantie voor de dagelijkse praktijk.