Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

donderdag 11 april 2013 13:45 - 15:15u

S31.2 Ontwikkeling van intelligentie en gedrag bij kinderen met het 22q11-Deletie syndroom, van de kinderleeftijd tot in de adolescentie: voorlopige resultaten van een 6-jarige follow-up-studie

Klaassen, P.W.J., Duijff, S.N., Vorstman, J.A.S., Swanenburg de Veye, H.F.N., Beemer, F.A., Sinnema, G.

Locatie(s): 0.9 Athens

Categorie(ën): Bijscholing; Neurowetenschappen; Symposium

ACHTERGROND

Mensen met het 22q11-Deletie syndroom (22q11DS) hebben een sterk verhoogd risico om psychiatrische stoornissen te ontwikkelen. Recente studies suggereren een IQ-daling naarmate kinderen ouder worden. In een van onze eerdere studies(N = 69) werd tussen de leeftijd van 5.5 en 9.5 een gemiddelde daling in TIQ gevonden van 9.7 punten.

 

DOEL

Het in kaart brengen van de cognitieve en gedragsmatige ontwikkeling tussen de leeftijd van 9.5 en 15.3 jaar en de mogelijke samenhang tussen beide.

 

METHODEN

53 kinderen met 22q11DS namen deel aan een prospectieve longitudinale studie waarbij cognitief (WISC-III) en gedragsmatig (CBCL) onderzoek werd gedaan op de leeftijd van 9.5 (T1) en 15.3 (T2) jaar. Van ongeveer een derde van de kinderen was ook data aanwezig op de leeftijd van 7.5 jaar (T0). Bij de ontwikkeling van het IQ is gekeken naar zowel de normscores als de ruwe scores.

 

RESULTATEN

Gemiddeld daalde het IQ tussen T1 en T2 met 5 punten. Dit gold echter niet voor alle kinderen; 32% liet een duidelijke achteruitgang zien van 10 of meer punten in TIQ, in sommige gevallen was er zelfs een stagnatie te zien in ruwe scores, terwijl van andere kinderen het TIQ redelijk stabiel bleek. Van deze ‘stabiele groep’ hadden 5 kinderen een significante achteruitgang laten zien tussen T0 en T1.

Er was een toename in gedragsproblemen tussen T1 en T2. Ouders rapporteerden met name meer angstig of teruggetrokken gedrag. De cognitieve achteruitgang hing op geen enkele manier samen met (de toename van) gedragsproblemen.

 

CONCLUSIE

In de overgang naar de adolescentie wordt bij sommige kinderen een achteruitgang gezien in IQ en een toename in gedragsproblemen. Tussen beide bestaat geen duidelijke correlatie. De studie benadrukt wel het belang van frequente psychologische en psychiatrische screening van deze kinderen.

 

LITERATUURVERWIJZING

Duijff SN, Klaassen PWJ, Swanenburg de Veye HFN, Beemer FA, Sinnema G, Vorstman JAS. Cognitive development in children with 22q11.2 deletion syndrome. Br J Psychiatry 2012; 200: 462-8.

 

Bassett AS, Donald-McGinn DM, Devriendt K, Digilio MC, Goldenberg P, Habel A, et al. Practical Guidelines for Managing Patients with 22q11.2 Deletion Syndrome. J Pediatr 2011; 159: 332-9.