Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

donderdag 11 april 2013 17:30 - 19:00u

D18 Kan de K&J-psychiatrie ook migrantenkinderen behandelen?

Ruijter, A.M. de, Boon, A., Haan, A. de, Dorelijers, T., Sidali, S., Domburgh, L. van, Dam, H.

Locatie(s): 2.9 Euphrates

Categorie(ën): Psychotherapie; Discussiegroep

ACHTERGROND

Slechts de helft van de kinderen en adolescenten die hulp nodig hebben vanwege psychiatrische problematiek, wordt daadwerkelijk behandeld (Boon e.a., 2010). Het percentage migrantenkinderen dat in de K&J-psychiatrie behandeld wordt, ligt bovendien veel lager dan het percentage autochtone kinderen dat behandeld wordt (Boon e.a., 2012). Tijdens de adolescentie is de kans om in forensische ggz terecht te komen voor sommige groepen migrantenjongeren echter tot wel vier keer zo groot als voor autochtone jongeren (Boon e.a., 2010, zie ook Knorth en Eldering, 1998); ook komen zij vaker in justitiële jeugdinstellingen (Vollebergh, 2003; Bovenkerk & Yeşilgöz, 2003). Onder deze jeugddelinquenten is sprake van een hoog percentage gedragsstoornissen en andere psychiatrische stoornissen (Hamerlynck et al., 2009).

Het is urgent om meer kennis te krijgen van de onderconsumptie van migrantenkinderen omdat onbehandelde jeugdpsychiatrische problematiek op latere leeftijd voor ernstige psychische en maatschappelijke schade kan zorgen (zie o.a. Gosden et al., 2003; Domburgh, 2009; Sytema e.a., 2006). Tot nu toe is weinig bekend over de redenen waarom migrantenjongeren minder in zorg komen, over de precieze prevalentie van de verschillende stoornissen en over de effectiviteit van verschillende behandelvormen en medicatietherapieën bij migrantenjongeren. In de grote steden heeft meer dan de helft van de kinderen een migrantenachtergrond, toch is ‘diversiteit’ een onderwerp dat weinig leeft bij hulpverleners (bijvoorbeeld psychologen, psychotherapeuten en psychiaters) in de jeugd-ggz. De wachtkamers zitten immers altijd vol en er is vaak sprake van lange wachtlijsten. Toch is het, als we willen dat alle kinderen gelijke kans krijgen op behandeling en als we willen dat het aantal jongeren in de forensische psychiatrie afneemt, van groot belang dat er meer aandacht komt voor deze zaken.

 

STELLINGEN

1) Migrantenjongeren moeten behandeld worden in specifieke interculturele jeugd-ggz-instellingen.

2) De lage ggz-consumptie in de kinderleeftijd leidt tot een hoge forensische ggz-consumptie in de adolescentenleeftijd.

3) Er moeten meer instrumenten komen voor cultureel-sensitieve diagnostiek en die instrumenten moeten ook gebruikt worden.

4) Er moet meer onderzoek gedaan worden naar de prevalentie, etiologie en aard en ernst van psychische en gedragsstoornissen bij jongeren in Nederland, en bij migrantenjongeren in het bijzonder.

5) Er moet meer onderzoek gedaan worden naar de effectiviteit van verschillende behandelingen (zowel psychologische behandeling als medicatietherapie) bij migrantenjongeren.

 

LEERDOELEN

1) De culturele sensitiviteit van hulpverleners verhogen.

2) Onderzoekers stimuleren om meer onderzoek te doen naar de culturele aspecten van diagnostiek, prevalentie en behandeling.

3) Bewust maken van de specifieke eisen die diversiteit aan hulpverleningsinstellingen stelt.

 

LITERATUUR

Boon, A.E., de Haan, A.M. & de Boer, S.B.B. (2010). Verschillen in etnische achtergrond van forensische en reguliere Jeugd-GGZ cliënten. Kind en Adolescent, 31 (1): 16-28.

Boon, A.E., De Haan, A.M., De Boer, S.B.B. & Isitman, N. (2012). Het bereik van de Jeugd-GGZ voor jongeren van niet-Nederlands herkomst: de toegevoegde waarde van een instelling voor ‘interculturele psychiatrie voor jeugd en gezin. Epidemiologisch Bulletin, 47 (3): 20-26.

Bovenkerk, F., & Yeşilgöz, Y. (2003). Nieuwe strafrechtsproblemen in Nederland. In F. Bovenkerk, M. Komen & Y. Yeşilgöz (red.), Multiculturaliteit in de strafrechtpleging, 120-128. Den Haag: Boom.

Domburgh, L. (2009). Very young offenders. Characteristics of children and their environment in relation to (re-)offending. (Dissertatie.) Amsterdam: Vrije Universiteit.

Gosden, N.P., Kramp, P., Gabrielsen, G., & Sestoft, D. (2003). Prevalence of mental disorders among 15-17-year-old male adolescent remand prisoners in Denmark. Acta Psychiatrica Scandinavica, 107, 102-110.

Hamerlynck, S.M.J.J., Doreleijers, Th.A.H., Vermeiren, R.R.J.M., & Cohen-Kettenis, P.T. (2009). Civiel- en strafrechtelijk geplaatste meisjes in justitiële jeugdinrichtingen. Psychiatrische stoornissen, traumatisering en psychosociale problemen. Tijdschrift voor Psychiatrie, 51, 87-96.

Knorth, E.J., & Eldering, L. (1998). Immigrant adolescents in residential group care and treatment settings: Research and experience in the Netherlands. Child and Youth Care Forum, 27, 237-258.

Sytema, S., Gunther, N., Reelick, F., Drukker, M., Pijl, B., & Land, H. van ‘t (2006). Verkenningen in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Een bijdrage uit de psychiatrische casusregisters. Utrecht: Trimbos-instituut.

Vollebergh, W.A.M. (2003). Gemiste kansen, Culturele diversiteit in de jeugdzorg. Kind en Adolescent, 24, 209-221.