Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

vrijdag 12 april 2013 8:30 - 10:00u

S47.4 Een slechte start: analyse van de voorgeschiedenis van jonge gewelddadige veelplegers in Amsterdam

Fassaert, T.J.L., Segeren, M.W.

Locatie(s): Auditorium 2

Categorie(ën): Bijscholing; Epidemiologie; Symposium

ACHTERGROND

In de Top 600-aanpak werkt de GGD Amsterdam samen met justitiële en zorgpartijen in de stad aan het terugdringen van overlast en delinquentie van een groep jonge gewelddadige veelplegers. Uit onderzoek is bekend dat crimineel gedrag op (jong)volwassen leeftijd vaker voorkomt bij mensen met een belaste voorgeschiedenis.

 

DOEL

Het doel van deze studie is een analyse te maken van de voorgeschiedenis van deze groep jongeren.

 

METHODEN

Er werd dossieronderzoek gedaan bij ruim 200 personen uit de Top 600. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de dossiers van Bureau Jeugdzorg en indien sprake was van een verstandelijke beperking die van de William Schrikker Groep (WSG). Deze gegevens werden gecombineerd met gegevens uit de registraties van de Politie Amsterdam-Amstelland. De prevalentie en de impact van risico- en beschermingsfactoren in de vroege jeugd werden onderzocht.

 

RESULTATEN

Cliënten uit de Top 600 kwamen gemiddeld vlak voor het 13e levensjaar voor het eerst in aanraking met de politie. Ze groeiden veelal op in gezinnen met pedagogisch en affectief onmachtige opvoeders. Vanaf jonge leeftijd was er bij deze groep al sprake van externaliserend probleemgedrag. De dossiers bevatten veel meldingen over psychologische beperkingen en psychiatrische problematiek. As-2-problematiek werd in het algemeen vaker aangetroffen dan problemen op As-1. Problemen met empathie en impulsiviteit, en de neiging hulp als bemoeienis te ervaren, vormen enkele verklaringen voor de ogenschijnlijk beperkte effectiviteit van behandelingen en interventies.

 

CONCLUSIE

Cliënten uit de Top 600 hadden al op jonge leeftijd een achterstand te overbruggen qua sociale en relationele vaardigheden en psychologisch functioneren. Gezien de intensieve bemoeienis door jeugdhulpverlening die de meeste cliënten hebben gehad, lijkt toegankelijkheid van zorg of zorgtekort niet het grootste probleem in deze groep; het vinden van de juiste aanpak in veel gevallen wel.

 

LITERATUUR

Brons, D., Hilhorst, N., Willemsen, F. (red.). Het kennisfundament t.b.v. de aanpak van criminele Marokkaanse jongeren. Den Haag: WODC, 2008.

 

Andrews, D. A. (1995). The psychology of criminal conduct and effective treatment. In J. McGuire (Ed.), What works: Reducing reoffending - guidelines from research and practice. Chichester, England: Wiley.

 

Lowenkamp, C.T. & Latessa, E.J. (2005). Increasing the effectiveness of correctional programming through the risk principle: Identifying offenders for residential placement. Criminology and Public Policy, 4, 501-528.