Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

vrijdag 12 april 2013 8:30 - 10:00u

S48.4 Voorkomen en risicofactoren voor tardieve dyskinesie met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA)

Tenback, D.E., Bakker, P.R., Harten, P.N. van

Locatie(s): Pieter Baan Zaal

Categorie(ën): Bijscholing; Symposium

ACHTERGROND

Tardieve dyskinesie (TD) wordt gezien als bijwerking van antipsychotica. Er zijn echter aanwijzingen dat TD ook een symptoom kan zijn van schizofrenie en dat vroege bewegingsstoornissen voorspellend zijn voor een slechter ziektebeloop en dat dit zodoende een endofenotype zou kunnen betreffen (van Harten en Tenback, 2009).

 

DOEL

In een cohort met langdurig opgenomen mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) werd gekeken naar TD-geassocieerde factoren, waaronder antipsychotica in het bijzonder.

 

METHODE

Een dwarsdoorsnede-onderzoek werd uitgevoerd in GGz Centraal, locatie Zon en Schild in Amersfoort. 252 patiënten (opname >1 jaar) met EPA werden door getrainde medewerkers gescreend met gevalideerde vragenlijsten op bewegingsstoornissen en andere bijwerkingen, aangevuld met data uit het elektronisch patiëntendossier.

De diagnose TD werd gesteld conform de Schooler en Kane-criteria. Een predictiemodel met binaire logistische regressie werd gebruikt om factoren op te sporen voor TD. Deze factoren waren gebaseerd op de hedendaagse literatuur.

 

RESULTATEN

50% van de EPA-patiënten had TD. TD had een significante correlatie met andere bewegingsstoornissen. Het predictiemodel verklaarde 24,9% van het voorkomen van TD, waaronder leeftijd, sekse, antidiabetica, parkinsonisme, acathisie en tardieve dystonie. Er was geen verschil tussen patiënten die een eerste- of tweedegeneratieantipsychoticum gebruikten of een combinatie van beiden.

 

DISCUSSIE

TD komt veel voor bij EPA-patiënten in de langdurige zorg en is met name geassocieerd met andere bewegingsstoornissen, maar niet met het gebruik van eerste- versus tweedegeneratieantipsychotica. Dit zou kunnen inhouden dat patiënten met bewegingsstoornissen een slechte prognose hebben en dat preventie van belang is (Tenback et al., 2010).

 

LITERATUUR

Tenback DE, et al., 2010. Incidence and persistence of tardive dyskinesia and extrapyramidal symptoms in schizophrenia. J Psychopharmacol. 24(7):1031-5.

 

van Harten PN, Tenback DE, 2009. Movement disorders should be a criterion for schizophrenia in DSM-V. Psychol Med. 39(10):1754-5.