Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

vrijdag 12 april 2013 8:30 - 12:00u

W59 Neurologie voor de (ouderen)psychiater

Naarding, P., Prins, N.D.

Locatie(s): 0.6 Madrid

Categorie(ën): Bijscholing; Workshop

INHOUD

De neuroloog en de psychiater houden zich beiden bezig met hersenziekten. Historisch worden specifieke ziekten geclassificeerd als neurologisch of psychiatrisch, maar in de dagelijkse klinische praktijk bestaat er een overlap tussen neurologische en psychiatrische ziektebeelden en bevinden bepaalde aandoeningen zich op het grensgebied tussen de twee disciplines. Bij neurologische aandoeningen, zoals bijvoorbeeld de ziekte van Huntington of de ziekte van Creutzfeldt-Jakob, zijn psychiatrische symptomen zoals psychose en stemmingsstoornissen prominent aanwezig. Daarnaast kunnen psychiatrische ziekten zoals schizofrenie op oudere leeftijd klinisch sterke gelijkenis vertonen met bijvoorbeeld frontotemporale dementie, en ook gepaard gaan met afwijkingen op structureel en functioneel beeldvormend onderzoek. Tot slot komt neurologische comorbiditeit veel voor in de psychiatrische patiëntenpopulatie. Om deze redenen is het voor de psychiater belangrijk om kennis te hebben van de belangrijkste neurologische ziektebeelden, vooral die raakvlak vertonen met de psychiatrie, en tevens op de hoogte te zijn van de neurologische diagnostiek.

 

VORM
In deze cursus wordt een inleiding verzorgd waarin de neurologische anamnese, het routine neurologisch onderzoek en het voor de psychiater relevante speciële neurologisch onderzoek aan de orde komen. Daarnaast is er aandacht voor het neurologische diagnostische proces. Hierin worden achtereenvolgens onderscheiden:

1. Lokalisatie; waar precies bevindt zich het pathologische proces (corticaal, basale kernen, ruggenmerg, motorische voorhoorncel, et cetera)?

2. Syndroomdiagnose (bijvoorbeeld dementie of hypokinetisch rigidesyndroom).

3. Etiologie; wat is de oorzaak van het syndroom (bijvoorbeeld ziekte van Alzheimer of ziekte van Parkinson).

Er wordt aandacht besteed aan de keuze voor en interpretatie van neurologisch aanvullend onderzoek, zoals de MRI, EEG en lumbaalpunctie. Genoemde inhoud zal aan de hand van casuïstiek worden geïllustreerd en op een interactieve manier worden toegepast. Er is ruimte voor inbreng van eigen casuïstiek.

 

LEERDOELEN

Na deze workshop is de kennis over het neurologische diagnostische proces opgefrist en op peil, en kan de (ouderen)psychiater deze kennis in de praktijk toepassen.