Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

vrijdag 12 april 2013 10:30 - 12:00u

S54.4 Bijdrage van genetische en omgevingsinvloeden aan de oppervlakte en de dikte van de cortex bij de bipolaire stoornis: een tweelingstudie

Nolen, W.A., Bootsman, F., Haren, N.E.M. van, Baal, G.C.M. van, Hulshoff Pol, H.E., Kahn, R.S.

Locatie(s): Pieter Baan Zaal

Categorie(ën): Neurowetenschappen; Symposium

ACHTERGROND

Er is een associatie tussen het risico op bipolaire stoornis (BS) en de dikte van de cortex. De oppervlakte en de dikte van de cortex lijken twee genetisch onafhankelijke fenotypen te zijn. Of er een associatie bestaat tussen risico op BS en corticale oppervlakte is onbekend.

 

DOEL

Het onderzoeken van de genetische en omgevingsbijdrage aan de oppervlakte en de dikte van de cortex in gezonde tweelingen, en aan de relatie tussen deze hersenmaten en het risico op BS.

 

METHODE

MRI-scans zijn gemaakt van 50 monozygote (MZ) en dizygote (DZ) tweelingparen concordant en discordant voor BS, en 66 gezonde tweelingparen. Corticale oppervlakte en corticale dikte zijn uitgerekend met het CLASP-algoritme in CIVET. Met tweelingstatistiek (Structural equation modelling in OpenMx) is een bivariate tweelinganalyse uitgevoerd.

 

RESULTATEN

In gezonde tweelingen is de oppervlakte voor 45% en de dikte voor 27% erfelijk bepaald. Unieke omgevingsfactoren dragen voor 38% bij aan de variantie in oppervlakte en voor 64% aan de variantie in dikte. Patiënten hebben een dunnere linker orbitale middelste en inferieure frontale gyrus (p=0.04 en p=0.05), triangulare (p=0.02), calcarine (p=0.001), cuneus (p=0.03) en rechter gyrus rectus (p=0.03) dan controlepersonen. Tevens is de oppervlakte vergroot bij patiënten in de linker fusiforme gyrus (p=0.01) en de rechter inferieure occipitale gyrus (p=0.01). Er zijn geen verschillen in corticale oppervlakte tussen patiënten en hun broers/zussen maar patiënten hebben wel een significant dunnere linker triangularis (p=0.01) en orbitale inferieure frontale gyrus (p=0.03), calcarine (p=0.01), inferieure temporale gyrus (p=0.02), en rechter linguale gyrus (p=0.02).

 

CONCLUSIE

Oppervlakte en dikte van de cortex zijn twee onafhankelijke maten van hersenorganisatie. Oppervlakte is meer genetisch bepaald dan dikte. Bipolaire stoornis is geassocieerd met een dunnere cortex in frontale, temporale en occipitale gebieden, en met toename van de oppervlakte in de linker temporale en rechter occipitale cortex.