Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

vrijdag 12 april 2013 10:30 - 12:00u

S58.3 Serum S100B: endofenotype voor psychotische stoornissen?

Leeuw, C. van der, Marcelis, M., Peeters, S., Verbeek, M., Menheere, P., Haan, L. de, , Beveren, N. van

Locatie(s): 0.9 Athens

Categorie(ën): Diagnostiek; Epidemiologie; Farmacotherapie; Neurowetenschappen; Symposium

ACHTERGROND

S100B is een eiwit dat wordt beschouwd als potentiële biologische marker voor neurologische en psychiatrische pathologie. De werking is concentratieafhankelijk, en varieert van neurotrofisch tot neurotoxisch. S100B-verhoging bij schizofrenie wordt onder meer toegeschreven aan gliadysfunctie, en is geassocieerd met acute positieve en persisterende negatieve symptomen. Vooralsnog is het onduidelijk of S100B-verhoging het gevolg is van ziekteprocessen, een compensatoir mechanisme of een verhoogd genetisch risico voor psychotische stoornissen.

 

DOEL

De huidige studie beoogt het verband te onderzoeken tussen S100B en genetisch risico voor psychotische stoornissen.

 

METHODEN

Serummonsters zijn verzameld in twee onafhankelijke cohorten, met respectievelijk 84 en 137 patiënten met een psychotische stoornis, 95 en 127 niet-psychotische broers/zussen (siblings) van patiënten met een psychotische stoornis, en 80 en 83 controlepersonen. S100B werd bepaald met de Liaison chemiluminescentie-methode. De associatie tussen groep en S100B werd onderzocht middels meervoudige multilevel regressieanalyses. In de patiëntengroepen werd het verband met positieve en negatieve symptomen bekeken, alsmede met het gebruik van antipsychotica.

 

RESULTATEN

S100B was in patiënten (P) en siblings (S) niet significant verschillend van controlepersonen (C) (dataset 1: P vs. C: β=-0.002, 95% CI -0.018 - 0.014, p=0.790; S vs. C: β=0.002, 95% CI -0.011 - 0.015, p=0.794; dataset 2: P vs. C: β=0.005, 95% CI -0.005 - 0.014, p=0.328; S vs. C: β=-0.001, 95% CI -0.010 - 0.009, p=0.906). In patiënten was er een positieve associatie tussen negatieve symptomen en S100B (β=0.001, 95% CI 0.0003 - 0.002, p=0.008), in één van de datasets. Er bestond geen associatie tussen S100B en positieve symptomen, en ook niet tussen S100B en het gebruik van, of type, antipsychotica.

 

CONCLUSIE

Genetisch risico was niet geassocieerd met S100B. Derhalve is er geen bewijs voor S100B als endofenotype voor psychotische stoornissen. In een van de patiëntengroepen bestond er een positieve associatie tussen S100B en negatieve symptomen, hoewel deze bevinding niet werd gerepliceerd.