Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

vrijdag 12 april 2013 15:45 - 17:15u

S62.4 Over de drempel: is een outreachend interventieprogramma de sleutel tot preventie en behandeling van depressie bij ouderen?

Beljouw, I.M.J. van, Exel, E. van, Marwijk, H.W.J. van, Stek, M.L.

Locatie(s): Johannes Ramaer Zaal

Categorie(ën): Epidemiologie; Psychotherapie; Symposium

ACHTERGROND

Hoewel (subklinische) depressie een hoge prevalentie kent bij ouderen en tot een lagere kwaliteit van leven en hoge maatschappelijke kosten leidt, blijven depressieve klachten veelal onbehandeld. Ouderen willen niet klagen, denken dat het nu eenmaal bij de leeftijd hoort of weten niet goed waar ze terecht kunnen voor passende hulp.

 

DOEL

Onderzoeken of ouderen met depressieve klachten bereid zijn tot deelname aan een interventieprogramma, waartoe zij middels screening in de eerste lijn outreachend worden uitgenodigd.

 

METHODEN

9.661 65-plussers van 24 huisartsenpraktijken en een thuiszorgorganisatie zijn gescreend op depressieve klachten met de Patient Health Questionnaire-9 (PHQ-9). Ouderen met een score van 6 of hoger werden uitgenodigd voor deelname aan een stapsgewijs evidence-based outreachend interventieprogramma waarin de keuzevrijheid van de deelnemer centraal staat. Naast gegevensverzameling over functioneren en zorgbehoefte werden tevens kwalitatieve diepte-interviews gehouden met ouderen, over hun motivatie om wel of niet aan het interventieprogramma deel te nemen.

 

RESULTATEN

758 ouderen kwamen in aanmerking voor deelname (PHQ > 6), waarvan 18% daadwerkelijk instroomde. Uit zowel de kwantitatieve als kwalitatieve analyses bleek dat een geschiedenis van eerdere depressies, het ervaren van eenzaamheidsgevoelens en een behoefte aan hulp het besluit tot deelname positief beïnvloedden. Ook de mate waarin de aangeboden interventies aansluiten bij de eigen behoefte bleek van invloed. Ten slotte liet dit outreachende interventieprogramma een significante reductie van depressieklachten zien ten opzichte van de care-as-usual-groep.

 

CONCLUSIE

Een evidence-based outreachend interventieprogramma kan als klinisch succesvol worden beschouwd omdat het het aantal depressieve klachten vermindert. Ondanks de keuzevrijheid en het laagdrempelige karaker van het interventieaanbod bleek het percentage deelnemers laag. Dit percentage zou verhoogd kunnen worden door een betere aansluiting te maken bij de eigen klachtenbeleving, gevoelens van eenzaamheid en ervaren hulpbehoefte. Het is echter de vraag of grootschalige outreachende interventieprogramma’s de manier zijn om depressieve klachten bij ouderen te reduceren.