Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

vrijdag 12 april 2013 12:15 - 12:45u

P56 De betrouwbaarheid van de diagnose gesteld aan de hand van de Checklist Risico Crisisdienst

Sabelis, F.G.L.M., Rasing, S.P.A., Penterman, E.J.M.

Locatie(s): Expo Foyer

Categorie(ën): Bijscholing; Diagnostiek; Postersessie

DOEL

Het doel van deze studie is onderzoeken of de Checklist Risico Crisisdienst (CRC) een goed instrument is om – in de situatie van een crisiscontact bij de ggz – een betrouwbare schatting te maken van het toestandsbeeld. Komen de CRC-items over het toestandsbeeld goed overeen met de DSM-IV-classificatie in het eerste reguliere contact? Dit is van belang om te kunnen inschatten of er een grotere of kleinere kans op agressie is bij bepaalde toestandsbeelden, zodat er maatregelen genomen kunnen worden om agressie te voorkomen of te kunnen hanteren.

 

METHODE

In deze studie richten we ons op patiënten die in aanraking komen met de crisisdienst van GGZ Oost Brabant, regio Uden/Veghel, in de periode 2009-2010, die niet in zorg zijn of zijn geweest bij de ggz. De geschatte diagnose op de CRC wordt vergeleken met de gestelde diagnose na crisis. Hiervoor werd de Pearson Chi Square-toets gebruikt.

Tevens hebben we gekeken naar de sensitiviteit, de specificiteit en de overall correcte voorspelling.

 

RESULTATEN

Alle schattingen zijn significant. In ongeveer de helft van de gevallen gaat het in de crisis om een nieuwe patiënt. Medewerkers van de crisisdienst Uden/Veghel, met name sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen, kunnen goed een diagnose schatten als de patiënt psychotisch is, een antisociale persoonlijkheid heeft, of depressief en/of suïcidaal is.

 

DISCUSSIE

Drank- en/of middelenmisbruik kan de geschatte diagnose dusdanig beïnvloeden dat de ernst toeneemt. Hierdoor wordt er tijdens crisis een psychiatrische diagnose geschat, terwijl die na crisis niet wordt gesteld.

De diagnose na crisiscontact is op verschillende momenten gesteld, soms dicht op de crisis, soms wat verder weg. Dit kan van invloed zijn, want korter de tijd tussen crisis en diagnose is, hoe meer stress en eventueel drugs of alcohol nog hun invloed hebben op de diagnose; meestal betekent dat een zwaardere diagnose.

 

REFERENTIELIJST

Achilles, R.A., Beerthuis R.J., van Ewijk, W.M. (2011). Handboek Spoedeisende Psychiatrie. Amsterdam: Benecke.

 

Farmer, A.E., Katz, R., McGuffin, P., e.a. (1987). A comparison between the present state examination and the Composite International Diagnostic Interview. Archives of General Psychiatry, 44, 1064-1068.

 

Jensen, A.L., Weisz, J.R., (2002). Assessing match and mismatch between practitioner-generated and standardized interview-generated diagnoses for clinic-referred children and adolescents. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 70, 158-168.

 

Penterman, E.J.M., Nijman, H.L.I., (2009). Het inschatten van agressie bij patienten in de ggz-crisisdienst. Tijdschrift voor Psychiatrie, 51, 355-364.

 

Penterman, E.J.M. (2006). Agressie tijdens crisisdiensten van de GGZ. Tijdschrift voor Psychiatrie, 48, 477-480.

 

Rettew, D.C., Lynch, A.D., Achenbach, T.M., e.a. (2008). Meta-analyses of agreement between diagnoses made from clinical evaluations and standardized diagnostic interviews. International Journal of Methods in Psychiatric Research, 18, 169-184.

 

Retzlaff, P., Stoner, J., Kleinsasser, D., (2002).The use of the MCMI-III in the screening and triage of offenders. International Journal of Offender Therapy and Comparative Criminology, 46, 319-332.