Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

woensdag 10 april 2013 8:30 - 10:00u

S5.1 De ontwikkeling van het apathieconcept

Leentjens, A.F.G.

Locatie(s): 0.8 Rome

Categorie(ën): Neurowetenschappen; Symposium

ACHTERGROND

Apathie wordt steeds meer gezien als een belangrijke gedragscomponent van neurodegeneratieve ziekten. In de afgelopen jaren hebben opvattingen over het concept apathie zich geconsolideerd. Dit heeft geleid tot formulering van diagnostische criteria die een basis kunnen vormen voor toekomstig onderzoek.

METHODE

Bespreking van literatuur.

RESULTAAT

Daar waar apathie aanvankelijk als symptoom beschouwd werd, zijn er overtuigende argumenten om dit gedrag als syndroom te beschouwen. In de recent geformuleerde diagnostische criteria wordt apathie daarom gedefinieerd als een syndroom, gekarakteriseerd door een gebrek aan motivatie, dat symptomen kan geven in drie domeinen. Onderscheiden wordt een gedragscomponent (passiviteit), een cognitieve component (verminderde cognitieve activiteit) en een emotionele component (affectvervlakking).

Apathie heeft prognostische consequenties: het is geassocieerd met slechtere ADL-functies, verminderd cognitief functioneren en een grotere belasting van de verzorger. Apathie kan als op zichzelf staand syndroom voorkomen, maar ook als onderdeel van depressieve stoornissen of cognitieve achteruitgang.

Onderzoek naar de pathofysiologie van apathie staat nog in de kinderschoenen. Neuro-imaging-onderzoek geeft aanwijzingen voor functionele tekorten in de anterior en posterior gyrus cinguli, de dorsolaterale en inferiore gyrus frontalis. De betrokken structuren zijn dezelfde voor de verschillende ziektebeelden waarbij apathie beschreven is. Vanuit de ziekte van Parkinson en behandeling met diepe hersenstimulatie is bekend dat ook extrapiramidale structuren een rol spelen, waaronder de nucleus subthalamicus en de globus pallidus internus. Daarnaast worden ook noradrenerge en serotonerge mechanismen gepostuleerd.

CONCLUSIE

Verder onderzoek zal meer duidelijkheid moeten verschaffen over oorzaken, pathofysiologie en behandelmogelijkheden van apathie.

REFERENTIES

Robert P, Onyike CU, Leentjens AFG, Dujardin K, Aalten P, Starkstein S, Verhey FRJ, Yessavage J, Clement JP, Drapier D, Bayle F, Benoit M, Boyer P, Thibaut F, Gauthier S, Grossberg G, Vellas B, Byrne J. Proposed diagnostic criteria for apathy in Alzheimer's disease and other neuropsychiatric disorders. European Psychiatry 2009; 66: 531-535.