S01.1 Dagcurve van positief affect in depressie
Wild-Hartmann, J.A. de, Wichers, M., Geschwind, N., Jacobs, N., Os, J. van
Voorzitter(s): M. Wichers
Locatie(s): Pieter Baan
Categorie(ën):
ACHTERGROND
Menselijk gedrag wordt geassocieerd met twee gedragsregulerende systemen: positief affect (PA) en negatief affect (NA). PA wordt gezien als een gedragsactiverend motivationeel systeem gericht op beloning. Dit systeem kent een ritme met een piek in PA rond het middaguur, dat mogelijk een segment van het circadiaan ritme weerspiegelt. Depressie is geassocieerd met dagschommelingen in de stemming en een verstoord slaap-waakritme. Er is echter nog weinig bekend over het dagelijkse beloop van PA in depressie in vergelijking met de algemene populatie.
DOEL
Het vergelijken van het dagelijkse beloop van PA over drie verschillende steekproeven die verschillen in mate van depressie.
METHODEN
PA en NA werden 10 keer op een dag gemeten in het dagelijks leven, gedurende minimaal 5 dagen, met behulp van de Experience Sampling Methode (ESM): in een steekproef uit de algemene populatie (n=553); in een steekproef bestaande uit patiënten met een voorgeschiedenis van depressie en restklachten (n=130); en in een steekproef bestaande uit patiënten met een huidige depressieve episode of een depressieve episode in het verleden met restklachten (n=102).
RESULTATEN
Een eerste analyse laat zien dat PA, in tegenstelling tot NA, een kwadratische functie volgt over de dag heen, die in timing en vorm varieert afhankelijk van de mate van depressieve klachten.
CONCLUSIE
De resultaten suggereren dat het PA-dagritme er bij depressieve patiënten anders uitziet dan bij mensen zonder depressieve klachten. Een speculatie is dat de verschuiving van dit PA-dagritme een optimale invloed van PA op gedragspatronen verstoort en dat dit bijdraagt aan een verhoogd risico op depressieve symptomen.