S03.3 Herkennen en diagnostiek van cluster A-persoonlijkheidsstoornissen
Houten, J. van den, Marissen, M., Hogerzeil, S., Deen, M., Seggelen, M. van, Dias, B., Dingjan, B., Slotema, C.W.
Voorzitter(s): C.W. Slotema
Locatie(s): Zaal 04/05
Categorie(ën):
ACHTERGROND
Cluster A-persoonlijkheidsstoornissen zijn minder bekend dan andere persoonlijkheidsstoornissen, ook op het gebied van de diagnostiek en behandeling. Patiënten met een cluster A-persoonlijkheidsstoornis melden zich niet altijd voor hulp, en bovendien zijn er aanwijzingen dat deze diagnoses niet altijd worden herkend. De schaarse studies die zijn uitgevoerd, onderschrijven echter een hoge lijdensdruk, verminderde kwaliteit van leven en forse beperkingen in het functioneren.
DOEL
Verbeteren van het herkennen en de diagnostiek van cluster A-persoonlijkheidsstoornissen.
METHODEN
Aan de hand van het casusregister werden demografische, diagnostische en behandelgegevens verzameld van patiënten met een cluster A-persoonlijkheidsstoornis die tussen 2005 en 2012 werden aangemeld bij de Parnassia Groep in Den Haag.
Met behulp van een podium vanuit het Trimbos Instituut, www.kenniscentrumps.nl, werden aanbevelingen geformuleerd voor herkennen, diagnostiek en behandeling van cluster A- persoonlijkheidsstoornissen.
RESULTATEN
Geïncludeerd werden 365 patiënten, waarvan 63% man, met een schizoïde, schizotypische en paranoïde persoonlijkheidsstoornis bij respectievelijk 28%, 45% en 27%. Het heeft gemiddeld 72 maanden (sd 73) geduurd voordat een cluster A-diagnose werd gesteld, met een gemiddelde leeftijd ten tijde van deze diagnose van 49 jaar (sd 18,3).
Bij 24% was de cluster A-persoonlijkheidsstoornis de eerst gestelde diagnose. Van de 170 patiënten heeft 29% geen sociaal netwerk, 64% een beperkt sociaal netwerk en 83% geen stabiele relatie. 66% blijkt werkeloos te zijn, bij 32% is lager onderwijs de hoogst afgeronde opleiding, bij 34% is dat LBO/MAVO/VMBO. Op het gebied van behandeling ontvangt 74% steunende behandeling en 50% praktische ondersteuning; 18% krijgt geen medicatie, 55% gebruikt antipsychotica en 16% antidepressiva.
CONCLUSIE
De literatuur omtrent cluster A-persoonlijkheidsstoornissen is schaars ondanks de hoge lijdensdruk en beperkingen in het dagelijks leven. Ook worden cluster A-persoonlijkheidsstoornissen niet altijd herkend. Vanuit het podium worden aanbevelingen gedaan voor het herkennen en de diagnostiek van cluster A-persoonlijkheidsstoornissen.
- Over Houten, J. van den
- Over Marissen, M.
- Over Hogerzeil, S.
- Over Deen, M.
- Over Seggelen, M. van
- Over Dias, B.
- Over Dingjan, B.
- Over Slotema, C.W.