Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

woensdag 9 april 2014 9:06 - 9:24

S04.3 Professionals binnen de spoedeisende psychiatrie en de beoordeling van suïcidaal gedrag

Winter, R.F.P. de, Groot, M. de, Dassen, M., Hemert, A.M. van

Voorzitter(s): A.M. van Hemert

Locatie(s): Zaal 2.1

Categorie(ën):

ACHTERGOND

De spoedeisende psychiatrie speelt een belangrijke rol bij de beoordeling van suïcidale patiënten. Als een hulpverlener een persoon als ernstig suïcidaal beschouwt, vindt er meestal beoordeling plaats door een psychiatrische crisisdienst. Er is weinig bekend van deze populatie en het handelen van de crisisdienst. Het is onbekend hoe de multidisciplinaire richtlijn Diagnostiek en behandeling van suïciaal gedrag (DBSG) hierbij aansluit.

 

DOELEN

Onderzoek doen naar kenmerken van suïcidaal gedrag bij patiënten die worden beoordeeld door de spoedeisende psychiatrie.

Beschrijven van suïcidaal gedrag en de klinische en demografische kenmerken van deze populatie.

Onderzoek doen naar voorspellers van vrijwillige en onvrijwillige opname.

Vergelijking maken met de richtlijn.

 

METHODEN

Tussen juni 2009 en januari 2013 werden alle beoordelingen door de Haagse crisisdienst op een aantal kenmerken geregistreerd in een database. Onder andere symptomatologie, suïcidaal gedrag, methode van tentamen suïcide en besluitvorming werden geregistreerd in een database.

 

RESULTATEN

Er zijn meer dan 16.383 evaluaties geanalyseerd. Er werd gecorrigeerd voor dubbelingen en andere afhandeling dan ‘face-to-face beoordeling’. Suïcidaal gedrag kwam bij 25,7 procent van de beoordelingen voor en was significant vaker aanwezig bij vrouwen en bij een jongere leeftijd (p < .0001). Suïcidaal gedrag was significant (p <.0001) vaker aanwezig bij stemmingsstoornissen, as II-problematiek, angststoornissen en aanpassingsstoornissen; en significant (p <.0001) minder vaak bij uitgestelde diagnostiek, organiciteit, primair middelenmisbruik en psychotische stoornissen. Opname was significant geassocieerd met grotere ernst van de poging, geslacht, stemmingsstoornissen. As II en leeftijd differentieerde voor vrijwillige opname. Grotere ernst van de poging en organiciteit differentieerde significant voor onvrijwillige opname.

 

CONCLUSIES

Beoordeling van suïcidaal gedrag komt vaak voor tijdens de interventies van de spoedeisende psychiatrie en er is een concentratie van een hoogrisicogroep. Patiënten met suïcidaal gedrag verschillen in leeftijd, geslacht en psychopathologie. Vrijwillige en onvrijwillige opname wordt bepaald door verschillende factoren. De richtlijn DBSG lijkt gevolgd te worden.