Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

woensdag 9 april 2014 13:15 - 13:45

P31 Slaaptherapie: cognitieve gedragstherapie bij langdurige slapeloosheid

Verbeek, I.

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Slaap is een basale levensbehoefte. De biologische klok stuurt – onder invloed van licht –  diverse lichaamsfuncties, waaronder ons slapen en waken. Circadiane ritmestoornissen ontstaan vaak als er problemen zijn met de biologische klok. Het slaapritme kan dan naar voren of juist naar achteren verschoven zijn. Met lichttherapie en chronotherapie kunnen we verschoven slaapritmes manipuleren.

Slaap is echter niet alleen een fysiologisch proces, ook psychologische factoren spelen een rol. Langdurige slapeloosheid ontstaat door een samenspel van voorbestemde, uitlokkende en onderhoudende factoren. Veel mensen die slecht slapen, belanden in een vicieuze cirkel van slapeloosheid.

Tien procent van de volwassen Nederlandse bevolking heeft last van langdurige slapeloosheid oftewel insomnie. Langdurige slapeloosheid heeft een belangrijke negatieve impact op de kwaliteit van leven en het psychologisch welzijn. Onbehandelde slapeloosheid vergroot bovendien de kans op een depressie. Lange tijd is gedacht dat het slaapprobleem vanzelf verdwijnt als men de psychopathologie behandelt. Vaak is dat echter niet zo omdat men in een vicieuze cirkel van slecht slapen is beland.

 

DOEL

De focus zal bij deze lezing liggen op praktische toepassingen van lichttherapie, chronotherapie en slaaptherapie bij circadiane ritmestoornissen.

 

METHODEN

Aan de hand van casuïstiek wordt de behandeling zoals aangeboden in het Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempenhaeghe in Heeze beschreven.

 

RESULTATEN

Kortdurende cognitieve gedragstherapie ofwel slaaptherapie is de behandeling van eerste keus om deze vicieuze cirkel van langdurige slapeloosheid te doorbreken. De belangrijkste elementen van slaaptherapie zijn psycho-educatie, zelfregistratie, ontspanningstraining, slaaprestrictie, stimuluscontrole en cognitieve therapie. Bij circadiane ritmestoornissen ligt de focus op chronotherapie en lichttherapie.

 

CONCLUSIE

Het succes van behandeling staat of valt bij de motivatie van de patiënt om zijn slaapgedrag te veranderen. Als de patiënt daartoe gemotiveerd is, kunnen slaaptherapie en chronotherapie een belangrijke bijdrage leveren aan het therapieresultaat.