Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

woensdag 9 april 2014 14:15 - 14:45

S07.2 Kosteneffectiviteit van collaborative care bij depressie in de eerste lijn

Huijbregts, K.M.L., Feltz-Cornelis, C.M. van der, Beekman, A.T.F., Marwijk, H.W.J. van, Jong, F.J. de, Adèr, H., Hakkaart-van Roijen, L., Unützer, J.

Voorzitter(s): A.J.L.M. van Balkom en C. van der Feltz-Cornelis

Locatie(s): Pieter Baan

Categorie(ën):

ACHTERGROND

De meeste patiënten met een depressie worden behandeld door de huisarts. Daarbij is de specialistische kennis vanuit de ggz echter wel noodzakelijk. Het managen van depressie is een uitdaging voor de huisarts vanwege complexe psychosociale problemen, en omdat patiënten zich aanvankelijk vaak melden met lichamelijke klachten in plaats van met somberheid. Het in de VS ontwikkelde collaborative care-model kan hierbij helpen. De huisarts wordt dan ondersteund door een caremanager die bepaalde aspecten van de zorg overneemt, zoals monitoring van de klachten en kortdurende gespreksbehandeling. Ook is een consulent-psychiater gemakkelijk beschikbaar voor overleg.

 

DOEL

In een randomized controlled trial (RCT) werd collaborative care met de Nederlandse ‘gebruikelijke eerstelijnszorg’ vergeleken. Daarbij werd gekeken of bijkomende lichamelijke klachten het effect beïnvloeden.

 

METHODEN

18 gezondheidscentra werden willekeurig ingedeeld in een collaborative care-groep en een gebruikelijke zorggroep. Patiënten werden 12 maanden gevolgd, zowel met betrekking tot depressie als met betrekking tot de kosten van zorg.

 

RESULTATEN

150 patiënten namen deel aan het onderzoek. Collaborative care bleek effectiever dan de gebruikelijke zorg, vooral na 3 en 9 maanden. De behandeling was kosteneffectief, zeker als ook ziekteverzuim en snellere terugkeer naar werk in de analyses werden meegenomen. Voor patiënten met bijkomende lichamelijke klachten waren de resultaten relatief minder gunstig. Collaborative care was nog steeds effectiever dan gebruikelijke zorg, maar alle behandelingen werkten minder goed bij deze groep.

 

CONCLUSIE

Collaborative care is een goede kandidaat om de Generalistische Basis GGZ vorm te geven. De laagdrempeligheid van de huisartsenpraktijk is een motiverende factor voor patiënten om behandeling aan te gaan. De expertise uit de tweede lijn is met collaborative care sneller beschikbaar in de eerste lijn. In het algemeen blijft bij de behandeling van depressie de invloed van bijkomende lichamelijke klachten een aandachtspunt.

 

LITERATUURVERWIJZING

Huijbregts K.M., de Jong F.J., van Marwijk H.W., Beekman A.T., Adr H.J., Hakkaart-van Roijen L., Untzer J., van der Feltz-Cornelis C.M. (2013). A target-driven collaborative care model for Major Depressive Disorder is effective in primary care in the Netherlands. A randomized clinical trial from the depression initiative. Journal of Affective Disorders, 146(3), 328-37.

Huijbregts K.M., de Jong F.J., van Marwijk H.W., Beekman A.T., Adr H.J., van der Feltz-Cornelis C.M. (2013). A high physical symptom count reduces the effectiveness of treatment for depression, independently of chronic medical conditions. Journal of Psychosomatic Research, 74(3),179-85.