S09.3 Consequenties van comorbiditeit bij OCS; resultaten vanuit NOCDA-onderzoeken
Klein-Hofmeijer, M., Balkom, A.J.L.M. van, Megen, H.J.G.M. van, Oppen, P. van
Voorzitter(s): H.J.G.M. van Megen
Locatie(s): Auditorium 2
Categorie(ën):
ACHTERGROND
Comorbiditeit in obsessief-compulsieve stoornis (OCS) is geassocieerd met ernst van de ziekte, slechter algemeen functioneren en slechtere therapieresultaten.
DOEL
Het doel van het huidige onderzoek is de mogelijke relevantie te onderzoeken van enerzijds de hoeveelheid comorbide aandoeningen, anderzijds de soort comorbide aandoeningen.
METHODEN
Hiertoe werd de groep van 382 patiënten verdeeld in 4 groepen (zuiver OCS, OCS met comorbide angstsstoornis, OCS met comorbide depressieve stoornis en OCS met dubbele comorbiditeit (angst en depressie)). Bij deze 4 groepen werd nagegaan of er verschillen waren in socio-demografische variabelen, kwetsbaarheid en klinische karakteristieken.
RESULTATEN
55 procent van de OCS leed op dit moment aan een comorbide aandoening, lifetime was dit 77 procent. Comorbiditeit is geassocieerd met meer en ernstiger angst- en depressieve symptomen, meer verschillende OCS-symptomen en meer negatieve gevolgen in het dagelijks leven. Vergeleken met OCS-angst is OCS-depressie geassocieerd met een ernstige vorm van OCS. In vergelijking met OCS-angst is er bij OCS-angst-depressie sprake van een ernstiger vorm van OCS en van meer negatieve consequenties voor de patiënt.
CONCLUSIE
Resultaten van dit onderzoek suggereren dat er meer negatieve consequenties zijn bij OCS met comorbide depressie, dan bij OCS met comorbide angststoornis.