Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

woensdag 9 april 2014 16:45 - 17:00

S12.6 ADHD en verslaving: een ander brein en een andere respons op ADHD-medicatie?

Crunelle, C.

Voorzitter(s): A.F.A. Schellekens

Locatie(s): Auditorium 1

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Methylfenidaat (MF) bezet de dopamine-transporters (DATs) in de hersenen en is zo een effectieve farmacotherapie voor de behandeling van ADHD. Patiënten met ADHD en een comorbide cocaïneverslaving hebben minder baat bij behandeling met MF, maar het is onbekend waarom dit zo is.

 

METHODEN

Met behulp van beeldvormend hersenonderzoek (single photon emission computed tomography met de DAT-specifieke radiotracer [123I]FP-CIT) in 16 ADHD-patiënten en 8 ADHD-patiënten met cocaïneverslaving, werd de basale beschikbaarheid van DATs in kaart gebracht als mogelijke reden voor de verminderde effectiviteit van MF in ADHD-patiënten met een comorbide cocaïneverslaving. Tevens werd de bezetting van MF aan de DAT gemeten in ADHD-patiënten met en zonder comorbide cocaïneverslaving na twee weken MF-behandeling (vaste dosering MF), terwijl ADHD-symptoomveranderingen in kaart werden gebracht met de ADHD symptom rating scale (ASRS).

 

RESULTATEN

Zowel een lagere striatale DAT-beschikbaarheid als een lagere bezetting van MF aan de DATs werd vastgesteld in ADHD-patiënten met cocaïneverslaving. Daarnaast kon geen correlatie worden vastgesteld tussen DAT-bezetting door MPH of vermindering van ADHD-symptomen, maar wel met het aantal voorafgaande jaren cocaïnegebruik.

 

CONCLUSIE

Deze bevindingen geven aan dat lage DAT-beschikbaarheid wellicht niet de reden is waarom ADHD-patiënten met cocaïneverslaving minder baat hebben bij MF-behandeling. Daarnaast geeft het aan dat hogere doseringen MF in deze patiënten wellicht niet effectief zullen zijn, en dat we verder moeten kijken naar medicijnen die aangrijpen op andere farmacologische targets in patiënten met ADHD en verslaving.