Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

woensdag 9 april 2014 15:30 - 15:45

S14.1 Voorspellers van behandelresultaat bij poliklinisch behandelde patiënten met angststoornissen: een Leiden Routine Outcome Monitoring-onderzoe

Schat, A., Noorden, M.S. van, Noom, M.J., Giltay, E.J., Wee, N.J.A. van der, Vermeiren, R.R.J.M., Zitman, F.G.

Voorzitter(s): A.M. van Hemert

Locatie(s): Pieter Baan

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Hoewel in verschillende studies voorspellers van behandeluitkomst bij diverse angststoornissen zijn onderzocht, is er nog weinig bekend over voorspellers van behandelresultaat bij angststoornissen in een naturalistische setting.

 

DOEL

In deze studie zijn de gegevens geanalyseerd van 917 patiënten met angststoornissen (paniek met of zonder agorafobie, agorafobie zonder voorgeschiedenis van paniek, sociale fobie en gegeneraliseerde angst), om factoren te identificeren die behandelresultaat voorspellen. De patiëntgegevens zijn afkomstig van Rivierduinen en het Leids Universitair Medisch Centrum.

 

METHODEN

Patiëntgegevens zijn verzameld met behulp van Routine Outcome Monitoring (ROM). Patiënten kwamen tussen 2004 en 2009 in zorg en werden tot maximaal twee jaar na de eerste ROM-meting gevolgd. De waarde van socio-demografische en klinische patiëntkenmerken werd onderzocht in univariabele en multivariabele survival-analyses als voorspellers van respons, gedefinieerd als ten minste 50 procent verbetering op zowel een zelfrapportagelijst (Brief Symptom Inventory-12 item versie) als een observatielijst (Brief Anxiety Scale, de angstsubschaal van de verkorte Comprehensive Psychopathological Rating Scale).

 

RESULTATEN

Met behulp van Cox-regressieanalyse zijn 8 onafhankelijke voorspellers van behandelresultaat geïdentificeerd: het niet hebben van een dagbesteding (Hazard Ratio (HR)=0.76); een laag opleidingsniveau (HR=0.76); een niet-Nederlandse afkomst (HR=0.71); een agorafobie-diagnose (HR=0.67); alcoholmisbruik of -afhankelijkheid (HR=0.54); hoge affectlabiliteit (HR=0.80) en gedragsproblemen (HR=0.80) voorspelden het uitblijven van respons binnen twee jaar follow-up. Bij familie wonen bleek een beschermende factor (HR=1.41), al suggereerden subgroepanalyses dat dit mogelijk met name geldt voor jongere patiënten.

 

CONCLUSIE

We hebben acht voorspellers van behandelresultaat geïdentificeerd. Een ROM-screeningsproces kan clinici helpen bij het identificeren van patiënten die een verhoogde kans hebben op slecht behandelresultaat.