Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

woensdag 9 april 2014 16:45 - 17:00

S14.6 Welke patiënten hebben een verhoogd risico voortijdig een klinische psychotherapie te beëindigen?

Kooiman, C.G.

Voorzitter(s): A.M. van Hemert

Locatie(s): Pieter Baan

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Klinische psychotherapie voor persoonlijkheidspathologie is een behandeling die meestal wordt ingezet als voorafgaande ambulante behandelingen onvoldoende soelaas hebben geboden en er grote lijdensdruk is. De patiënten die een klinische psychotherapie aangaan, zijn over het algemeen dus goed gemotiveerd. Toch blijkt pakweg een derde deel van deze patiëntengroep de behandeling voortijdig af te breken (drop-out) en voor een groot deel vindt dat plaats in de eerste maanden van de behandeling.

 

DOEL

Het vaststellen van risicofactoren voor het voortijdig beëindigen van de behandeling, met de bedoeling om met behandeling op maat het percentage drop-out te verlagen.

 

METHODEN

Het betreft een prospectief onderzoek waarbij die gegevens werden gebruikt die gewoonlijk worden gehanteerd op het Centrum voor Persoonlijkheidsstoornissen Jelgersma voor diagnostiek en indicatiestelling. Het betreft de gegevens van klinisch onderzoek en die van de Routine Outcome Monitoring ten tijde van de opname.

 

RESULTATEN

Ruim de helft van de patiënten beëindigde de behandeling voortijdig en de helft van hen deed dat in de beginfase van de beoogde behandeling. De belangrijkste voorspeller voor drop-out was de combinatie van een cluster B-persoonlijkheidsstoornis met het ontbreken van manifeste syndroompathologie. Vroege drop-outs onderscheiden zich van late drop-outs door hun hogere scores op maten voor negatief gekleurde stemming (zoals angst en somberheid) en hogere scores voor een gepreoccupeerde gehechtheidsstijl. Van de patiënten die geen contact hebben met ouders of vrienden, voltooide er geen het behandelprogramma. Van de kenmerken die niet patiëntgerelateerd zijn, bleek een langere wachttijd geassocieerd met een hoger drop-outpercentage.

 

CONCLUSIES

(Vroege) drop-out in klinische psychotherapie is een substantieel probleem. Niet alleen kenmerken van de patiënt, maar ook kenmerken van de behandelinstelling zijn voorspellend voor het percentage drop-out. Consequenties voor de praktijk worden besproken.

 

LITERATUURVERWIJZING

Cornelissen, Poppe & Ouwens. Drop-out bij klinische psychotherapeutische behandeling van persoonlijkheidsproblematiek. Tijdschrift voor Psychiatrie 2010; 52: 17-27.

Kooiman. Drop-out onder patiënten in klinische psychotherapie voor persoonlijkheidspathologie. Tijdschrift voor Psychotherapie 2008; 34: 103-115.