Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

woensdag 9 april 2014 15:48 - 16:06

S15.2 Prescriptieve factoren voor cognitieve gedragstherapie en psychodynamische therapie bij depressie

Driessen, E., Smits, N., Peen, J.D.R., Dekker, J.

Voorzitter(s): H.L. Van

Locatie(s): Johannes Ramaer

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Er worden weinig verschillen in effectiviteit gevonden tussen cognitieve gedragstherapie (CGT) en psychodynamische therapie bij depressie, maar het is onduidelijk of er kleinere subgroepen patiënten zijn voor wie de ene psychotherapie wel duidelijk beter werkt dan de andere. Dergelijke patiëntkenmerken zouden mogelijk gebruikt kunnen worden voor een betere behandeltoewijzing.

 

DOEL

Het genereren van hypothesen over potentiële prescriptieve factoren die kunnen voorspellen of een patiënt meer gebaat is bij CGT of juist bij kortdurende psychodynamische steungevende psychotherapie (KPSP).

 

METHODEN

‘Post-hoc model-based recursive partitioning-analyses’ in het kader van een gerandomiseerde vergelijkende studie naar de effectiviteit van CGT en psychodynamische therapie bij depressie.

 

RESULTATEN

Psychodynamische therapie werd effectiever bevonden dan CGT in de groep matig depressieve patiënten die enkel met psychotherapie werden behandeld en bij aanvang van de behandeling relatief weinig comorbide angstklachten rapporteerden (d=-0,40). KPSP werd effectiever bevonden dan CGT in de groep ernstig depressieve patiënten die met zowel psychotherapie als antidepressiva werden behandeld en bij wie de depressie een jaar of langer duurde (d=-0,31). CGT bleek daarentegen effectiever voor de groep ernstig depressieve patiënten die met zowel psychotherapie als antidepressiva werden behandeld en bij wie de depressie korter dan een jaar duurde (d=0,83).

 

CONCLUSIE

Deze bevindingen zijn observationeel en moeten gerepliceerd worden. Nadat deze validatie heeft plaatsgevonden, zouden deze variabelen gebruikt kunnen worden om patiënten aan behandelingen toe te wijzen. Dit zou de effectiviteit van psychotherapie voor depressie kunnen vergroten.