S15.4 Gemotiveerd voor psychodynamische en cognitieve gedragstherapie bij depressie
Hendriksen, M., Peen, J.D.R., Dekker, J.
Voorzitter(s): H.L. Van
Locatie(s): Johannes Ramaer
Categorie(ën):
ACHTERGROND
Hoewel de therapeutische relatie onomstotelijk een voorwaarde is voor een goed effect van psychotherapie, blijkt uit onderzoek dat de verklaarde variantie over het algemeen vrij klein is (7,5 procent). Mogelijk is deze variantie bij persoonlijkheidsstoornissen hoger omdat de therapeutische relatie dan vaak veel lastiger tot stand te brengen is.
DOEL
Onderzoeken wat de predictieve waarde van persoonlijkheidspathologie is voor de therapeutische relatie in kortdurende psychoanalytische steungevende psychotherapie (KPSP) bij depressie.
METHODEN
Bij 88 depressieve patiënten die met KPSP werden behandeld, is de kwaliteit van de therapeutische relatie gemeten met de Helping Alliance Questionnaire I. Voor het vaststellen van persoonlijkheidspathologie werd de Vragenlijst Kenmerken Persoonlijkheid afgenomen (VKP). Stapsgewijze lineaire regressieanalyse is toegepast om predictoren van de therapeutische relatie te bepalen.
RESULTATEN
Bij 68 procent van de patiënten werd minstens één persoonlijkheidsstoornis vastgesteld volgens de VKP. De kwaliteit van de therapeutische relatie was gemiddeld hoog, maar geen enkele persoonlijkheidsvariabele voorspelde de therapeutische relatie.
CONCLUSIE
Persoonlijkheidspathologie blijkt niet bepalend voor de ervaren therapeutische relatie in KPSP. Dit is een opmerkelijke bevinding, en mogelijk spelen de beperkingen van het instrumentarium hierbij een rol. Een mogelijke verklaring voor deze bevinding zou echter kunnen zijn dat de voornaamste techniek uit KPSP, de Adequate Psychoanalytische Steun, wellicht bij veel vormen van persoonlijkheidsproblematiek toepasbaar is.