Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

woensdag 9 april 2014 15:30 - 15:52

S16.1 Neurofysiologische correlaten van emotioneel disfunctioneren bij de ziekte van Parkinson

Moonen, A.J.H., Leentjens, A.F.G.

Voorzitter(s): O.A. van den Heuvel

Locatie(s): Zaal 02/03

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Naast het motorisch functioneren is bij patiënten met de ziekte van Parkinson ook het emotioneel functioneren aangetast. Beeldvormend onderzoek toont aan dat de herkenning van emoties, evenals en de subjectieve ervaring en reactiviteit ten opzichte van emotionele gebeurtenissen, afwijken in vergelijking met gezonde mensen.

 

DOEL

Een up-to-date overzicht geven van de pathofysiologie van emotioneel disfunctioneren bij de ziekte van Parkinson, en onderzoeken of parkinsonpatiënten afwijkende hersenactiviteit laten zien in reactie op emotionele stimuli.

 

METHODEN

Een systematische review van studies die een biologisch correlaat in de hersenen van parkinsonpatiënten hebben gemeten tijdens een emotioneel gedragsexperiment.

Daarnaast werd een interim-analyse verricht binnen een fMRI-studie, waarbij de emotionele reactiviteit van 16 parkinsonpatiënten wordt vergeleken met die van 15 gezonde proefpersonen tijdens een subjectieve visuele gedragstaak.

 

RESULTATEN

De geïncludeerde studies laten duidelijk pathofysiologische veranderingen zien op het gebied van emotioneel functioneren bij parkinsonpatiënten ten opzichte van gezonde mensen. Er is met name een verminderde hersenactiviteit te zien in de mesolimbische en mesocorticale circuits. Het aantal kwalitatief goede studies op dit vlak is echter nog erg beperkt.

Uit de interim-analyse bleek dat zowel parkinsonpatiënten als gezonde proefpersonen significant verschillend reageerden op emotionele (positief en negatief) en neutrale visuele stimuli tijdens een subjectieve gedragstaak. Tussen de groepen werd echter geen verschil gevonden. Verder bleken parkinsonpatiënten met verminderd executief functioneren minder gevoelig voor emotionele stimuli. Zowel patiënten als gezonde proefpersonen met meer angst- en/of depressieve klachten beoordeelden emotionele stimuli als negatiever. Tevens waren gezonde proefpersonen met depressieve klachten minder gevoelig voor emotioneel prikkelende stimuli.

 

CONCLUSIE

Emotioneel disfunctioneren bij parkinsonpatiënten wordt gekenmerkt door afwijkende hersenactiviteit in zowel corticale als subcorticale circuits. Er zijn echter meer en methodologisch betere studies nodig om dit te verifiëren.