S16.3 Angst bij de ziekte van Parkinson: een factoranalyse en multipele regressieanalyse van de Beck Anxiety Inventory bij parkinsonpatiënten
Rutten, S., Ghielen, I., Vriend, C., Berendse, H.W., Leentjens, A.F.G., Werf, Y.D. van der, Smit, J.H., Heuvel, O.A. van den
Voorzitter(s): O.A. van den Heuvel
Locatie(s): Zaal 02/03
Categorie(ën):
ACHTERGROND
Angststoornissen bij patiënten met de ziekte van Parkinson (ZvP) hebben vaak een atypische presentatie. De diagnostiek wordt daarnaast bemoeilijkt door symptomatische overlap met andere parkinsongerelateerde stoornissen.
DOEL
Beter inzicht verkrijgen in het onderliggende construct van angst bij de ZvP, en het onderzoeken van de relatie tussen angst, depressie, autonome functiestoornissen en motorische symptomen.
METHODEN
Bij 294 patiënten met de idiopathische ZvP werden gegevens verzameld over medicatiegebruik, angst (Beck Anxiety Inventory: BAI), depressie (Beck Depression Inventory: BDI), autonome functiestoornissen (Scales of Outcomes of Parkinson’s disease - autonomic: SCOPA-AUT) en motorische symptomen (Unified Parkinson’s Disease Rating Scale, section III: UPDRS-III). Symptoomdimensies van de BAI werden onderzocht met factoranalyse. Met behulp van multipele regressieanalyse werd onderzocht welke onafhankelijke variabelen de score op de BAI konden voorspellen binnen de onderzoekspopulatie.
RESULTATEN
Bij de factoranalyse gaf de scree plot een vijf-factoroplossing. Alle vijf factoren hadden een eigenwaarde van >1. De factoren (of subschalen) werden geïnterpreteerd als thermoregulatie, hypotensie, hyperventilatie en beverigheid, en verklaarden samen 62,7 procent van de variantie.
Uit multipele regressieanalyse bleek dat het geslacht van de patiënt en de ernst van depressieve symptomen en autonome functiestoornissen de score op de BAI konden voorspellen. Het regressiemodel verklaarde 56,9 procent van de variantie (F = 119,5; p < 0,001). Regressieanalyse per subschaal liet zien dat motorische en autonome symptomen wel een voorspellende waarde hadden voor de subschalen thermoregulatie, hypotensie, beverigheid en hyperventilatie (de somatische subschalen), maar niet voor de affectieve subschaal.
CONCLUSIE
De BAI bevat een affectieve dimensie van angst bij parkinsonpatiënten, en diverse somatische dimensies. De score op de somatische subschalen wordt deels verklaard door parkinsongerelateerde autonome en motorische symptomen, terwijl de score op de affectieve subschaal niet door deze symptomen wordt beïnvloed.
- Over Rutten, S.
- Over Ghielen, I.
- Over Vriend, C.
- Over Berendse, H.W.
- Over Leentjens, A.F.G.
- Over Werf, Y.D. van der
- Over Smit, J.H.
- Over Heuvel, O.A. van den