S24.4 Farmacotherapie bij kinderen met een verstandelijke beperking
Kok, L.A.M., Groen, W.B., Vermeulen, K., Jochems, P.A.
Voorzitter(s): H. Snoek
Locatie(s): Zaal 02/03
Categorie(ën):
ACHTERGROND
15 procent van de algemene bevolking heeft een IQ onder de 85 en mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben 4 keer vaker een psychiatrische stoornis dan normaal begaafden. De kans dat een psychiater mensen met een LVB behandelt, staat dientengevolge in sterk contrast met de beschikbare farmacologische kennis rondom dit onderwerp.
DOEL
Het publiek neemt kennis van: 1) farmacologische LVB-literatuur; 2) behandelconsequenties van de vorderingen in genetische diagnostiek; 3) behandelconsequenties van diagnostische mengbeelden; 4) overwegingen rondom medicatie waarmee veel ervaring bestaat versus middelen die bewezen effectief zijn; 5) praktische handreikingen voor een medicatieconsult bij LVB.
METHODEN
We presenteren op interactieve wijze een aantal casus waarin bovenstaande thema’s aan bod komen. De casus worden besproken aan de hand van praktijkvoorbeelden, diermodellen rondom ADHD en hechting, nieuwe genetische inzichten en een systematische review over de farmacologie bij LVB-literatuur. Recente wetenschappelijke inzichten en klinische praktijk worden zo geïntegreerd.
RESULTATEN
Het publiek heeft kennis verworven over farmacotherapie bij LVB.
CONCLUSIE
Ondanks de beperkte beschikbaarheid van klinische onderzoeken bij LVB kunnen diermodellen, nieuwe genetische mogelijkheden en klinische ervaring bijdragen aan het verbeteren van farmacologische zorg aan mensen met LVB.