Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

donderdag 10 april 2014 13:15 - 13:45

P59 Stemmenpoli Jeugd; auditieve verbale hallucinaties bij kinderen en adolescenten

Maijer, K., Palmen, S.J.M.C., Sommer, I.E.C.

Locatie(s): ExpoFoyer

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Auditieve verbale hallucinaties (AVH), oftewel ‘stemmen horen’, komt veel voor bij kinderen en adolescenten in de algemene bevolking; 5 tot 30 procent van de jeugdigen geeft aan hier weleens last van te hebben [1,2,3]. Hoewel bij het merendeel de AVH vanzelf weer overgaan, kan de morbiditeit aanzienlijk zijn [1]. Het persisteren van AVH is bovendien geassocieerd met verminderd cognitief functioneren en het ontwikkelen van ernstige psychopathologie [2,3,4,5].

Op dit moment kunnen we niet goed voorspellen welke jeugdigen met stemmen een verhoogd risico hebben om psychopathologie te ontwikkelen, en bij wie de stemmen ‘onschuldig’ zijn. Tevens ontbreekt het aan een gericht behandelaanbod. In maart 2013 is het UMC Utrecht Hersencentrum daarom gestart met de Stemmenpoli Jeugd, waar diagnostiek en zo nodig behandeling wordt geboden en wetenschappelijk onderzoek zal gaan plaatsvinden.

 

DOEL

Het primaire doel is om biologische, psychologische en sociale factoren te achterhalen die het persisteren van AVH kunnen voorspellen. Een tweede doel is om bij jongeren met AVH te onderzoeken welke factoren bijkomende stress en disfunctioneren bepalen.

 

METHODEN

De studiepopulatie bestaat uit 158 jeugdigen met AVH en een controlegroep bestaande uit 158 broers en zussen zonder AVH (leeftijd 8 tot 18 jaar). In deze longitudinale, observationele studie zullen door middel van verschillende vragenlijsten, interviews, neuropsychologische testen en bloedonderzoek relevante biologische, psychologische en sociale factoren worden bepaald. Alle proefpersonen worden op baseline en één, drie én vijf jaar na inclusie gemeten.

 

RESULTATEN EN CONCLUSIE

De resultaten van het onderzoek zullen het beter mogelijk maken te voorspellen welke jeugdigen met AVH een verhoogd risico lopen om later ernstige psychopathologie te ontwikkelen. Er kunnen screeningsinstrumenten worden ontwikkeld voor de eerste lijn, om te bepalen welke jeugdigen met AVH verwezen zouden moeten worden en bij wie dit juist niet nodig is. Ook bieden de resultaten mogelijk nieuwe inzichten voor meer gerichte interventies.

 

LITERATUURVERWIJZING

  1. Bartels-Velthuis AA, Jenner JA, van de Willige G, van Os J, Wiersma D. Prevalence and correlates of auditory vocal hallucinations in middle childhood. Br J Psychiatry. 2010;196:41-46.
  2. Dhossche D, Ferdinand R, Van der Ende J, Hofstra MB, Verhulst F. Diagnostic outcome of self-reported hallucinations in a community sample of adolescents. Psychol Med. 2002;32:619-627.
  3. Van Os J, Linscott RJ, Myin-Germeys I, Delespaul P, Krabbendam L. A systematic review and meta-analysis of the psychosis continuum: evidence for a psychosis proneness-persistence-impairment model of psychotic disorder. Psychol Med. 2009;39:179-195.
  4. Bartels-Velthuis AA, van de Willige G, Jenner JA, van Os J, Wiersma D. Course of auditory vocal hallucinations in childhood: 5-year follow-up study. Br J Psychiatry. 2011;199:296-302.
  5. Poulton R, Caspi A, Moffitt TE, Cannon M, Murray R, Harrington H. Children's self-reported psychotic symptoms and adult schizophreniform disorder: a 15-year longitudinal study. Arch Gen Psychiatry. 2000;57:1053-1058.