S32.2 Motivatie voor behandeling: ADHD bij lichte tot ernstige depressie – eerste resultaten van de NESDA-studie
Bron, T.I., Bijlenga, D., Verduijn, J., Penninx, B.W.J.H., Beekman, A.T.F., Kooij, J.J.S.
Voorzitter(s): D.Bijlenga
Locatie(s): Pieter Baan
Categorie(ën):
ACHTERGROND
Recent bevolkingsonderzoek toonde aan dat 6,2 procent van de Nederlandse volwassenen in 2007 leed aan een stemmingsstoornis. Een depressie gaat gepaard met fysieke en psychische klachten, waaronder ADHD-symptomen. Het is nog onbekend of een ernstige depressie samengaat met meer ADHD-symptomen dan een matig ernstige depressie, en wat er eerder was: de depressie of de ADHD?
DOEL
Inzicht in associaties tussen depressie en ADHD-symptomen, en consequenties van onontdekte ADHD op de ernst van depressie.
METHODEN
Binnen de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA) is onder andere het beloop van depressieve stoornissen en het voorkomen van ADHD-symptomen onderzocht (CAARS). Van 2000 deelnemers werd de ernst van depressie gekoppeld aan de prevalentie van ADHD-symptomen en aan gezondheid.
RESULTATEN
Mensen met een huidige depressie hebben vaker ADHD-symptomen dan gezonde controlepersonen (24% vs. 4%). Preliminaire resultaten laten een oplopende prevalentie zien bij toenemende ernst van depressie, van <1% tot bijna 25%. ADHD-symptomen ontstonden in driekwart van de gevallen eerder dan de depressie, hoewel slechts 5% hiervoor werd behandeld.
CONCLUSIE
ADHD-symptomen komen vaak voor in een depressieve sample, en zijn meer prevalent naarmate de depressie ernstiger is. Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen of screening op ADHD-symptomen mogelijkheden biedt bij de groep moeilijk te behandelen, ernstig depressieve patiënten, en of zij wellicht baat hebben bij ADHD-behandeling.
- Over Bron, T.I.
- Over Bijlenga, D.
- Over Verduijn, J.
- Over Penninx, B.W.J.H.
- Over Beekman, A.T.F.
- Over Kooij, J.J.S.