Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

donderdag 10 april 2014 14:39 - 14:57

S32.4 De rol van slaap bij ADHD: nieuwe mogelijkheden voor preventie en behandeling van ADHD?

Arns, M.

Voorzitter(s): D.Bijlenga

Locatie(s): Pieter Baan

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Gepersonaliseerde behandeling is bedoeld om tot de juiste behandeling voor de juiste persoon te komen, in tegenstelling tot de huidige one-size-fits-all-benadering. Deze ontwikkeling gaat voor ADHD uit van subgroepen, geïdentificeerd op basis van biomarkers. Een belangrijke ADHD-subgroep wordt gekenmerkt door verlaagde alertheid, ofwel vigilantie, gemeten met het EEG. Deze subgroep reageert goed op psychostimulantia en neurofeedback (1). Recente inzichten suggereren een relatie tussen verkorte slaapduur en ADHD-klachten bij deze subgroep. Specifieke, goed onderzochte neurofeedbackprotocollen (3) resulteren in verbetering van slaaplatentie en slaapduur. Op basis van een recent gepubliceerd model wordt verklaard hoe chronobiologische behandelingen en neurofeedback ingrijpen op slaapgerelateerde neurale netwerken, en daarmee een verbetering van ADHD-klachten bewerkstelligen (1).

 

DOEL

Dit model toetsen door de relatie te onderzoeken tussen zonne-intensiteit en ADHD-prevalentie, alsmede de effecten van neurofeedback op objectieve slaapparameters.

 

METHODEN

Analyse van studies die identieke methoden hebben gebruikt om de prevalentie van ADHD in verschillende geografische gebieden te onderzoeken, en deze vergelijken met data over wereldwijde zonne-intensiteit. Daarnaast het meten van slaapvariabelen met actigrafie voor en na neurofeedbackbehandeling.

 

RESULTATEN

Een duidelijke relatie werd gevonden tussen de intensiteit van zonlicht en de wereldwijde prevalentie van ADHD, waarmee 34 tot 57 procent van de prevalentie werd verklaard. In deze studie vonden we een lagere ADHD-prevalentie in gebieden met een hoge zonne-intensiteit. Neurofeedback resulteerde in een verbeterde slaaplatentie en slaapduur.

 

CONCLUSIE

Het preventieve effect van zonlicht kan worden gerelateerd aan een normalisering van verstoringen van de circadiane klok (2). Deze bevindingen zijn waarschijnlijk van toepassing op een aanzienlijke subgroep van ADHD-patiënten. Ze leiden tot nieuwe inzichten in de etiologie van ADHD en kunnen mogelijk leiden tot preventie van ADHD. Het effect van neurofeedback bij ADHD wordt hoogstwaarschijnlijk gemedieerd via verbetering van slaaplatentie en slaapduur.

 

LITERATUURVERWIJZING

Arns, M., & Kenemans, J. L. (2012). Neurofeedback in ADHD and insomnia: Vigilance stabilization through sleep spindles and circadian networks. Neuroscience and Biobehavioral Reviews. doi:10.1016/j.neubiorev.2012.10.006

Arns, M., van der Heijden, K. B., Arnold, L. E., & Kenemans, J. L. (2013). Geographic variation in the prevalence of attention-deficit/hyperactivity disorder: The sunny perspective. Biological Psychiatry. doi:10.1016/j.biopsych.2013.02.010

Arns, M., & Strehl, U. (2013). Evidence for efficacy of neurofeedback in ADHD? The American Journal of Psychiatry, 170(7), 799a-800. doi:10.1176/appi.ajp.2013.13020208