S33.2 Richtlijn Rapportage Pro Justitia
Panhuis, P.J.A. van
Voorzitter(s): A.H. Schene
Locatie(s): Johannes Ramaer
Categorie(ën):
ACHTERGROND
De richtlijn sluit aan bij de eerder verschenen richtlijnen Psychiatrisch onderzoek (2004) en Psychiatrische rapportage (2002). Er is zo veel mogelijk gerefereerd aan bestaande literatuur. Uitgangspunt is dat de psychiatrisch rapporteur werkt vanuit het bio-psychosociale kader van een medisch-specialistische professie.
KERNPUNTEN
Er is veel aandacht aan besteed om de activiteiten van de rapporteur transparant af te scheiden van het strafrechtelijk kader, en om te voorkomen dat de rollen van rapporteur en jurist met elkaar vervloeien. De richtlijn is actueel, omdat vanuit deze transparantievisie wordt aanbevolen om de niet-transparante term toerekeningsvatbaarheid los te laten, en afstand te nemen van categorieën van toerekeningsadvies, die in tradities waren gefundeerd en niet waren gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.
Aparte aandacht is besteed aan de klinische voorspelling van de risico’s op recidive en aan de daarbij beschikbare gestructureerde instrumenten.
In de nieuwe richtlijn wordt ingegaan op de voor de forensische psychiatrie relevante invloed van verslavingsziekte op het gedrag bij het plegen van delicten, op het begrip psychopathie en op de betekenis van organische stoornissen.
De bijzondere positie van jeugdigen in het strafrecht komt in expliciete tekstblokken aan de orde.
LITERATUURVERWIJZING
Richtlijn psychiatrisch onderzoek en de rapportage in het strafrecht. http://www.nvvp.net/publicaties/richtlijnen/