Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

donderdag 10 april 2014 14:21 - 14:39

S36.3 Lichamelijke activiteit en depressie bij ouderen

Wassink, S., Comijs, H.C., Naarding, P.

Voorzitter(s): H.C. Comijs

Locatie(s): Zaal 2.1

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Bewegen wordt gezien als een belangrijke beïnvloedbare gedragsdeterminant voor verbetering van fysiek functioneren en gezondheid bij het ouder worden (1), maar ook voor vermindering van depressieve symptomen (2). Er is echter te weinig kennis over de relatie tussen lichamelijke (in)activiteit en kenmerken van een depressie bij ouderen om doelgerichte, effectieve interventies te kunnen ontwikkelen voor ouderen met – risico op – een depressie. 

 

DOEL

Exploreren van mogelijke onderscheidende depressiekenmerken in relatie tot lichamelijke activiteit.

 

METHODEN

Data werden gebruikt uit de Nederlandse Studie naar Depressie bij Ouderen (NESDO) (3). Ouderen met een huidige depressie (n=295) en 128 niet-depressieve ouderen (60 tot 93 jaar) werden geïncludeerd. Het totaal aantal minuten bewegen (MET minuten) per week werd gebruikt als afhankelijke variabele. Dit werd gemeten met de korte versie van de International Physical Activity Questionnaire (IPAQ) (4). Om de relatie tussen bewegen en depressiekenmerken te exploreren werden age-of-onset, ernst en de symptoomdimensies (5) van depressie geanalyseerd met multipele lineaire regressiemodellen, gecorrigeerd voor mogelijke confounders.

 

RESULTATEN

Univariaat hebben de ernst van depressie en de drie subschalen van depressie een significante relatie met minder bewegen in de groep ouderen met een depressie. De subschaal motivatie heeft de sterkste relatie. Andere belangrijke factoren die de mate van bewegen bepalen, zijn sociaaldemografische gegevens, cognitief functioneren, somatische conditie, psychosociale factoren en omgevingsfactoren.

 

CONCLUSIE

Minder actieve depressieve ouderen hebben een aantal belangrijke onderscheidende kenmerken ten opzichte van de actievere depressieve ouderen, waarbij de subschaal motivatie van het depressiesymptoomprofiel een substantieel onderdeel is . Dit cross-sectionele onderzoek leidt tot een volgende hypothese: bij een symptoomprofiel met een hoge score op de subschaal motivatie zouden doelgerichte interventies zich moeten richten op externe motivatiefactoren in alledaagse situaties. Dit verdient nader onderzoek.

 

LITERATUURVERWIJZING

Bize R, Johnson JA,Plotnikoff RC: Physical activity level and health-related quality of life in the general adult population: a systematic review, in Prev Med. United States, 2007, pp 401-415

Blake H, Mo P, Malik S, et al: How effective are physical activity interventions for alleviating depressive symptoms in older people? A systematic review, in Clin Rehabil. England, 2009, pp 873-887

Comijs HC, Van Marwijk HW, Van Der Mast RC, et al: The Netherlands study of depression in older persons (NESDO); a prospective cohort study. BMC Res Notes 2011; 4:524

Patterson M: Guidelines for Data Processing and Anlyses of the International Physical Activity Questionnaire (IPAQ), 2005

Hegeman JM, Wardenaar KJ, Comijs HC, et al: The subscale structure of the Inventory of Depressive Symptomatology Self Report (IDS-SR) in older persons. J Psychiatr Res 2012; 46:1383-1388