Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

donderdag 10 april 2014 14:39 - 14:57

S36.4 Het beloop van depressie bij ouderen

Comijs, H.C., Stek, M.L.

Voorzitter(s): H.C. Comijs

Locatie(s): Zaal 2.1

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Het beloop van depressie bij ouderen is vaak ongunstig in termen van chroniciteit en terugval van de depressieve klachten. Daarnaast zou het risico op overlijden, dementie of somatische ziekten verhoogd zijn. Deze gegevens komen echter hoofdzakelijk uit bevolkingsstudies. Het beloop van depressie is nog niet vaak onderzocht in een klinisch sample van depressieve ouderen.

 

DOEL EN METHODEN

In de Nederlandse Studie naar Depressie bij Ouderen (1) is het tweejarig beloop van depressie onderzocht. Daarnaast worden de voorspellers van uitval en van het beloop onderzocht met behulp van multivariate regressieanalyses. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de invloed van specifieke domeindimensies van depressie, namelijk motivationele symptomen, stemmingssymptomen en somatische symptomen (2).

 

RESULTATEN

Uit de resultaten blijkt dat 25 procent van de 378 ouderen met een depressieve stoornis na twee jaar niet meer meedoet aan de studie, vanwege slechte psychische of lichamelijke gezondheid. Uitval hangt niet samen met de ernst van motivationele, stemmings- of somatische symptomen van depressie, maar wel met cognitieve stoornissen (OR 6.89, 95% BI 2.17 - 21.84). Van de 285 ouderen die nog wel aan de studie meedoen, hebben er 138 (48,4 procent) nog steeds een depressieve stoornis. Daarbij is het beloop van dysthymie het meest ongunstig, 75 procent van de mensen met een dysthymie hebben die na 2 jaar nog steeds. Naarmate mensen op baseline hoger scoren op de motivationele (OR 1.15, 95%BI 1.02-.131) en de stemmings-items (OR 1.36, 95%BI 1.25-1.48) van de depressieschaal, is de kans op chroniciteit groter.

 

CONCLUSIE

Zelfs bij mensen die grotendeels worden behandeld in de tweede lijn, is het beloop van de depressieve stoornis slecht. Verder onderzoek naar de predictoren van het beloop van depressie in deze groep moet ertoe bijdragen dat de huidige behandelmogelijkheden beter kunnen worden toegespitst op mogelijke subtypes van depressie.

 

LITERATUURVERWIJZING

Comijs et al. The Netherlands Study of Depression in Older persons (NESDO); design and methods, BMC Research Notes, 2011, 5;4(1):524.

Hegeman et al. The Subscale Structure of the Inventory of Depressive Symptomatology Self Report (IDS-SR) in older persons. J Psychiatric Res, 2012 , 46(10):1383-8..

Mueller et al. The course of depression in elderly patients. Am J Geriatr Psychiatry 2004, 12(1):22-9.

Beekman et al. The natural history of late-life depression: a 6-year prospective study in the community. Arch Gen. Psychiatry 2002, 59,605-11.