Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

donderdag 10 april 2014 15:30 - 15:52

S37.1 Prenatale blootstelling aan selectieve serotonine-heropnameremmers, en autistische symptomen in jonge kinderen

El Marroun, H., White, T., Knaap, N.J.F. van der , Fernández, G., Homberg, J.R., Schoemaker, N.K., Jaddoe, V.W.V., Hofman, A., Verhulst, F.C., Hudziak, J.J., Stricker, B.H.C., Tiemeier, H.

Voorzitter(s): F.C Verhulst

Locatie(s): Auditorium 1

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Selectieve serotonineheropnameremmers (ofwel Selective Serotonin Reuptake Inhibitors: SSRI’s) worden als veilige middelen beschouwd, en worden vaak gebruikt tijdens de zwangerschap. Uit twee eerdere case-controlstudies blijkt echter dat er mogelijk een verband bestaat tussen prenatale SSRI-blootstelling en autisme in de kindertijd.

 

DOEL

In een groot bevolkingsonderzoek willen wij prospectief onderzoeken of er een verband is tussen prenatale blootstelling aan SSRI’s en autistische kenmerken in de kindertijd.

 

METHODEN

In dit onderzoek includeerden we 376 kinderen die waren blootgesteld aan een hoge mate van depressieve symptomen in de zwangerschap (zonder SSRI-blootstelling), 69 kinderen die prenataal waren blootgesteld aan SSRI’s en 5.531 controlekinderen. Affectieve problemen en pervasieve ontwikkelingsproblemen bij de kinderen werden vastgesteld door rapportage van beide ouders met the Child Behavior Checklist op de leeftijden 1, 3 en 6 jaar. Op de leeftijd van 6 jaar hebben we autistische kenmerken ook gemeten met de Social Responsiveness Scale (n=4264).

 

RESULTATEN

Prenatale blootstelling aan depressieve symptomen (zonder SSRI’s) was gerelateerd aan pervasieve ontwikkelingsproblemen (OR=1.44; 95%CI:1.07-1.93) en aan affectieve problemen (OR=1.44; 95%CI:1.15-1.81). In vergelijking met controlekinderen bestond bij de SSRI-blootgestelde kinderen ook een hoger risico op pervasieve ontwikkelingsproblemen (OR=1.91; 95%CI:1.13-3.47), maar ze hadden geen hoger risico op affectieve problemen. Kinderen die prenataal waren blootgesteld aan SSRI’s, hadden meer autistische kenmerken, (B=0.15; 95%CI:0.08-0.22), ook als ze werden vergeleken met kinderen die alleen waren blootgesteld aan depressieve symptomen in de zwangerschap (zonder SSRI’s).

 

CONCLUSIES

Onze resultaten duiden op een specifiek verband tussen prenatale blootstelling aan SSRI’s en autistische kenmerken in kinderen. Prenatale blootstelling aan depressieve symptomen (zonder SSRI’s) was ook geassocieerd met autistische kenmerken, maar het verband was zwakker en minder specifiek. Langetermijntrials zijn nodig voordat evidence-based aanbevelingen mogelijk zijn.