Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

donderdag 10 april 2014 16:45 - 17:00

S39.6 Gehechtheidsbiografisch interview onderscheidt adolescenten met seksueel misbruik van depressieve adolescenten en controlepersonen

Hoof, M.J. van

Voorzitter(s): A.A. van Elburg

Locatie(s): Pieter Baan

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Vanuit de klinische praktijk wordt verondersteld dat gehechtheidsrepresentaties verstoord zijn in getraumatiseerde adolescenten. Dit is echter nog niet eerder gestructureerd onderzocht in specifieke adolescentengroepen met gebruikmaking van zowel dimensionele als categorale variabelen van het gehechtheidsbiografisch interview (GBI), naast het in kaart brengen van zowel psychiatrische symptomen als DSM-IV-classificatie.

Deze informatie is vooral heel relevant omdat 1 op de 10 adolescenten wereldwijd seksueel misbruik meemaakt. Dit gaat gepaard met complexe posttraumatische stressstoornis en andere psychopathologie en er wordt gedacht dat verstoorde gehechtheid een belangrijke factor is in de ontwikkeling van psychopathologie.

 

DOEL

Bepalen welke gehechtheidsrepresentaties van adolescenten die seksueel zijn misbruikt onderscheidend zijn ten opzichte van die van adolescenten met een klinische depressie en die van een gezonde controlegroep.

 

LEERDOELEN

Kennis nemen van de rol van gehechtheidsrepresentaties in twee klinische adolescentengroepen (depressie en seksueel misbruik).

 

METHODEN

Bij de drie groepen (n=77) zijn in het kader van het longitudinale MRI-onderzoek EPISCA verschillende meetinstrumenten afgenomen, zoals het GBI, ADIS C/P, TSCC, CDI en A-DES. Hiermee werden een gehechtheidsclassificatie, DSM-IV-diagnose en dimensionele psychiatrische symptomen van trauma, dissociatie en depressie bepaald.

 

RESULTATEN

Vermijdende gehechtheidsrepresentatie kwam bij alle groepen adolescenten veel voor. De groep seksueel misbruikte adolescenten bleek meer gedesorganiseerde gehechtheidsclassificaties te hebben dan de groepen depressieve en gezonde adolescenten. Zowel dimensionele scores voor coherentie van denken en onverwerkt verlies of trauma van het GBI, als de categorale uitkomst in gedesorganiseerde gehechtheidsrepresentaties waren onderscheidend voor de groep seksueel misbruikte adolescenten ten opzichte van de groep klinisch depressieve jongeren en de controlepersonen.

 

CONCLUSIE

Zowel dimensionele schalen als de categorale gedesorganiseerde gehechtheidsclassificatie van het GBI zijn onderscheidend tussen diagnostische groepen met seksueel misbruik en depressie, ongeacht psychiatrische symptomatologie. Gehechtheid blijkt een concept te zijn waarmee in de psychiatrische praktijk zowel bij diagnostiek als bij therapie beter rekening kan worden gehouden dan tot nog toe het geval is.

 

LITERATUURVERWIJZING

Bakermans-Kranenburg, M.J. & Van IJzendoorn, M.H. (2009). The first 10,000 Adult Attachment Interviews: distributions of adult attachment representations in clinical and non-clinical groups. Attachment & Human Development, 11(3), 223-263.

Fonagy, P., Leigh, T., Steele, M., Steele, H., Kennedy, R., Mattoon, G., Target, M. , & Gerber, A. (1996). The relation of attachment status, psychiatric classification and response to psychotherapy. Journal of Consulting and Clinical Psychology 64, 22-31.

Liotti, G. (2004). Trauma, dissociation and disorganized attachment: three strands of a single braid. Psychotherapy: Theory, research, practice, training 41, 472-486.

Main, M., Kaplan, N. & Cassidy, J. (1985). Security in infancy, childhood and adulthood: a move to the level of representation. Monographs of the Society for Research in Child Development 50(1-2, Serial N. 209).

Mikulincer, M. & Shaver, P.R. (2012). An attachment perspective on psychopathology. World Psychiatry 11(1), 11-15.