Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

donderdag 10 april 2014 16:00 - 16:15

S40.3 Psychiatrische problematiek tijdens de zwangerschap. Gevolgen voor de pasgeborene

Honig, A., Wennink, J.M.B.

Voorzitter(s): A. Honig

Locatie(s): Johannes Ramaer

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Psychiatrische problematiek komt vaak voor in de zwangerschap. Ongeveer twee op de tien zwangere vrouwen en kraamvrouwen heeft een psychiatrische aandoening, zoals een ernstig depressieve stoornis, een angststoornis, een postpartumdepressie of een postpartumpsychose . Dit heeft niet alleen gevolgen voor de zwangere en de zwangerschap, maar ook voor het (ongeboren) kind.

 

DOEL

De zwangere met ernstige psychiatrische problematiek vanuit de kindergeneeskunde zo goed mogelijk voorlichten over de gevolgen van onbehandelde psychiatrische problematiek voor het kind (hechtingsproblemen).

Informeren over de gevolgen van medicatiegebruik tijdens de zwangerschap, post partum en bij borstvoeding.

Inventariseren of er risicofactoren zijn voor inadequaat ouderschap en de moeder-kindinteractie observeren.

 

METHODEN

Multidisciplinair adviesgesprek samen met psychiater, verloskundige of gynaecoloog en kinderarts antenataal, en een klinisch kraambed post partum.

 

RESULTATEN

Psychiatrische problemen kunnen de interactie tussen moeder en kind bemoeilijken. De eerste dagen en weken na de bevalling zijn van groot belang gebleken voor het tot stand komen van een adequate moeder-kindrelatie [1]. Als er risicofactoren voor inadequaat ouderschap aanwezig zijn, kan met behulp van instanties (bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg) de juiste hulp al worden ingeschakeld. Psychofarmaca-gebruik kan effect hebben op de zich ontwikkelende foetus (bijvoorbeeld SSRI: zeer licht verhoogde kans op ASD/VSD). Bij de meeste antidepressiva is borstvoeding toegestaan [2]. Een klinisch kraambed 48 tot 72 uur post partum wordt aangeraden om moeders te coachen in de omgang met hun pasgeborene en om de eventuele effecten van psychofarmacagebruik (ontwenningsverschijnselen) op de pasgeborene te beoordelen en te begeleiden.

 

CONCLUSIE

De negatieve effecten op moeder en kind van een onbehandelde depressie, angst- of paniekstoornis, bipolaire stoornis of psychose tijdens de zwangerschap (of post partum) moeten worden afgewogen tegen de eventuele gevolgen voor de baby bij gebruik van medicatie – in nauw overleg met de behandelend psychiater, gynaecoloog en kinderarts.

 

LITERATUURVERWIJZING

A.Visscher. Zwanger maar depri. Onderbehandeling schaadt moeder en kind. Medisch Contact, 4; 184-187, 2009.

http://www.poppoli.nl/medicatie

Kieviet et al. Ontwenning bij de pasgeborene na blootstelling aan psychofarmaca tijdens de zwangerschap. NTvG 2012;156:A4395