Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

donderdag 10 april 2014 16:42 - 17:00

S41.5 Psychotische kwetsbaarheid en functionele connectiviteit in gebieden van het mesocorticolimbisch systeem

Peeters, S.C.T., Ven, V. van de , Gronenschild, E., Habets, P., Goebel, R., Os, J. van, Marcelis, M.C.

Voorzitter(s): M.C. Marcelis

Locatie(s): Zaal 04/05

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Dopaminesystemen in schizofrenie worden gekarakteriseerd door een disbalans in subcorticale en corticale dopamineprojecties. In het mesolimbisch systeem is de nucleus accumbens (NAcc) een belangrijk gebied dat input krijgt van de amygdala, de hippocampus, het ventrale tegmentale gebied en de frontale gebieden. Een hyperdopaminerg mesolimbisch systeem wordt onder andere geassocieerd met veranderingen in ‘salience’ en motivatie. Er zijn aanwijzingen dat dopamineactivatie c.q. -modulatie samenhangt met de functionele connectiviteit tussen hersengebieden.

 

DOEL

Deze studie onderzoekt of er een meetbaar endofenotype is voor psychose door met resting-state fMRI te kijken naar patronen van hersenactivatie in rust, bij groepen met verschillende psychotische kwetsbaarheid.

 

METHODEN

Resting-state fMRI-scans werden verzameld van 72 patiënten met een psychotische stoornis, 83 niet-psychotische broers of zussen van patiënten met een psychotische stoornis en 73 controlepersonen. Seed-based analyse werd gebruikt om de functionele connectiviteit van het mesocorticolimbisch systeem vast te stellen, waarbij de NAcc als seed werd gekozen.

 

RESULTATEN

Vergeleken met controlepersonen hebben patiënten een significant lagere connectiviteit tussen de NAcc en de linker cingulate cortex, rechter inferieure frontale gyrus en het rechter middenbrein. De broers en zussen van patiënten laten eenzelfde patroon zien voor de verbinding tussen de NAcc en de inferieure frontale gyrus.

 

CONCLUSIE

Deze studie toont aan dat er een verlaagde functionele connectiviteit bestaat tussen de NAcc en frontale hersengebieden alsook een gebied in het middenbrein. Terwijl patiënten meer afwijkingen in dit systeem vertonen dan de niet-psychotische broers en zussen, is er een gedeeltelijke overlap. De klinische betekenis van deze bevindingen en de mogelijke samenhang met veranderingen in dopaminerge transmissie binnen deze netwerken zal worden besproken.