Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

donderdag 10 april 2014 18:36 - 19:00

S43.4 Apathie en vasculaire ziekte: aanknopingspunten voor preventie?

Mast, R.C. van der, Comijs, H.C., Craen, A.J.M. de

Voorzitter(s): A.A.M. Hubers

Locatie(s): Auditorium 2

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Voor preventie van apathie is het belangrijk de risicofactoren voor deze aandoening te kennen. Er zijn aanwijzingen dat vasculaire ziekte bijdraagt aan apathie op oudere leeftijd.

 

DOEL

Onderzoeken wat de relatie is tussen vasculaire ziekte en apathie onder ouderen in de algemene bevolking, onder ouderen met lichte cognitieve beperkingen die antihypertensiva gebruiken, en onder ouderen met een depressieve stoornis.

 

METHODEN

De relatie tussen vasculaire ziekte en risicofactoren voor vasculaire ziekte met apathie werd onderzocht in drie verschillende Nederlandse studies:

Een longitudinale analyse van de Leiden 85-Plus Studie, een cohortstudie onder ouderen in de algemene bevolking (n=500, leeftijd bij baseline 85 jaar);

Een crosssectionele analyse van de Discontinuation of Antihypertensive Treatment in the Elderly-studie (DANTE) Leiden, een gerandomiseerde studie onder ouderen uit de algemene populatie met lichte cognitieve beperkingen waarin onderzocht wordt of stoppen met antihypertensiva de cognitie verbetert (n=430, gemiddelde leeftijd 81 jaar);

Een analyse van de baselinegegevens en tweejaars follow-upgegevens van de Netherlands Study of Depression in Older persons (NESDO-studie) (bij baseline n=350 depressieve en 126 niet-depressieve ouderen, gemiddelde leeftijd 70 jaar).

Apathie werd vastgesteld met de Apathy scale en/of de 3 apathie-items van de Geriatric Depression Scale (GDS-15), en werd onderzocht in relatie tot aanwezigheid van vasculaire ziekte en vasculaire risicofactoren.

 

RESULTATEN

De frequentie van apathie varieerde van 25 tot 44 procent in de twee algemene ouderenpopulaties en was 75 procent in de groep depressieve ouderen. Vooral (ernst van) depressieve symptomen en aanwezigheid van zowel cardiovasculaire risicofactoren (verhoogd CRP, hogere en lagere bloeddruk afhankelijk van aanwezigheid van algemeen disfunctioneren) als cardiovasculaire ziekte waren geassocieerd met (ernst van) apathie. In de verschillende studies waren deze resultaten echter niet consistent aanwezig.

 

CONCLUSIE

Er is een verband tussen cardiovasculaire risicofactoren en cardiovasculaire ziekte met apathie bij ouderen. Preventie van vasculaire ziekte is mogelijk een belangrijk aangrijpingspunt voor preventie van apathie op oudere leeftijd.