S47.1 Criteria voor opname van patiënten met anorexia nervosa op een interne afdeling van een algemeen ziekenhuis
Son, G.E. van, Quek, R., Fogteloo, A.J., Furth, E.F. van
Voorzitter(s): P. Knapen
Locatie(s): Zaal 2.1
Categorie(ën):
ACHTERGROND
Anorexia nervosa (AN) is geassocieerd met diverse levensbedreigende complicaties, die soms reden geven tot een opname in een algemeen ziekenhuis. Er is variatie geconstateerd wat betreft opnamecriteria.
DOEL
Dit onderzoek had als doel inzicht te verwerven in de factoren (medisch en niet-medisch) die meespelen bij een beslissing een patiënt met anorexia nervosa op te nemen in een algemeen ziekenhuis.
METHODEN
In deze crosssectionele studie vulden internisten en artsen-in-opleiding-tot-specialist interne geneeskunde (AIOS) een vragenlijst in omtrent mogelijke opnamecriteria en de grenswaarden daarvan. Tevens beoordeelden zij twee fictieve casussen. Daarnaast werd gevraagd naar andere factoren die mogelijk van invloed zijn op de opname, zoals attitude en kennis/behoefte aan een richtlijn. Dataverzameling vond plaats op het jaarlijkse congres voor internisten.
RESULTATEN
In totaal vulden 78 respondenten de vragenlijst in, waarvan 47% internist en 53% AIOS. De respondenten hadden de meeste overeenstemming over de volgende opnamecriteria (top 3): serum Kalium, ritmestoornis op het ECG en hypoglykemie. Bij een casus met mildere klachten speelde attitude ten opzichte van de patiëntgroep een rol bij de beslissing tot opname (OR=1,94; p=0,02). Andere factoren die een rol speelden bij de beslissing tot opname waren: verwachte behandelresultaten (51%) en verwachte coöperatie van de patiënt (50%). Van de respondenten was 10% op de hoogte van het bestaan van de multidisciplinaire richtlijn Eetstoornissen.
CONCLUSIE
Over een aantal opnamecriteria bestond consensus, maar er bleek met name variatie in de gehanteerde afkappunten. Verwachte behandelmotivatie en coöperatie van de patiënt bleken voor de helft van de respondenten een belangrijke rol te spelen bij de beslissing tot opname, maar in de praktijk is het voor patiënten met een ernstige eetstoornis nauwelijks mogelijk om aan de gewenste motivatie en coöperatie te voldoen. Er blijkt behoefte aan een praktische en goed geïmplementeerde richtlijn, waarin ook aandacht zou moeten zijn voor de verwachte resultaten en coöperatie van de patiënt. De Britse NICE-guideline zou hiervoor model kunnen staan.