Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

vrijdag 11 april 2014 8:30 - 8:45

S53.1 Inflammatoire en metabole ontregeling in depressieve ouderen: het belang van subtypering!

Vogelzangs, N., Comijs, H.C., Oude Voshaar, R.C., Stek, M.L., Penninx, B.W.J.H.

Voorzitter(s): R.C. Oude Voshaar

Locatie(s): Zaal 04/05

Categorie(ën):

ACHTERGROND

De depressieve stoornis is geassocieerd met zowel inflammatoire als metabole ontregeling, maar deze associaties zijn vermoedelijk beperkt tot specifieke subgroepen.

 

DOEL

In deze studies wordt onderzocht of de associatie tussen depressieve stoornissen, depressiekarakteristieken en antidepressivagebruik samenhangen met inflammatoire en metabole ontregeling bij ouderen.

 

METHODEN

Uit de baselinegegevens van de Nederlandse Studie naar Depressie bij Ouderen werden 131 niet-depressieve ouderen geselecteerd, en 365 depressieve ouderen (6-maands DSM-IV-diagnose van een depressieve stoornis of dysthymie). Inflammatoire biomarkers waren C-reactive protein (CRP) en interleukine 6 (IL-6). Daarnaast werden de componenten van het metaboolsyndroom gemeten, te weten de buikomtrek, triglyceriden, HDL-cholesterol, bloeddruk en nuchter glucose. Depressiekenmerken die werden meegenomen waren de ernst (gebaseerd op de Inventory of Depressive Symptoms, IDS), leeftijd eerste depressieve episode en symptoomprofiel (atypisch of melancholische kenmerken). Tevens werd het antidepressivagebruik gemeten.

 

RESULTATEN

Depressieve ouderen hadden een lagere IL-6-spiegel, buikomtrek, bloeddruk en nuchter glucose, en scoorden eveneens lager op een cumulatieve index gebaseerd op alle gemeten inflammatoire en metabole maten. Een lage buikomtrek en lage bloeddruk werden met name gevonden bij depressieve ouderen met milde depressieve klachten, en onder ouderen met een eerste depressieve episode na het 50ste jaar. Ook bleken een lage buikomtrek, lage glucosespiegels en een algemene down-regulatie beperkt tot ouderen met een niet-atypische depressieve stoornis; bij ouderen met een atypische depressie werden juist verhoogde triglyceridespiegels gevonden. Tussen antidepressivagebruik en inflammatoire en/of metabole parameters werden geen consistente associaties gevonden.

 

CONCLUSIE

In tegensteling tot onze verwachting vonden we bewijs voor een algemene down-regulatie van inflammatoire en metabole parameters. Op basis van de specifieke bevindingen in relatie tot symptoomprofielen rijst de (enigszins speculatieve) hypothese dat de atypische depressieve stoornis een down-regulatie van inflammatoire en metabole ontregeling zou kunnen omdraaien of voorkomen. Symptoomprofielen lijken hiermee essentieel in het onderzoek naar biologische ontregelingen binnen de ouderdomsdepressie.