Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

vrijdag 11 april 2014 11:45 - 12:00

S56.6 Hallucinaties bij dementie

Lemstra, A.W.

Voorzitter(s): O.A. van den Heuvel

Locatie(s): Auditorium 2

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Dementie is een syndroom dat wordt gedefinieerd door cognitieve achteruitgang in meer dan 2 domeinen, dusdanig dat het functioneren in het dagelijks leven negatief wordt beïnvloed. Dementie kan worden veroorzaakt door verschillende ziektebeelden, waarvan de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende is. Andere belangrijke ziektebeelden zijn dementie met Lewy bodies, vasculaire dementie en frontotemporale dementie. Hallucinaties en andere neuropsychiatrische verschijnselen komen in meer of mindere mate voor bij deze ziektebeelden. Er bestaat nog veel onduidelijkheid over de pathofysiologie van hallucinaties bij neurodegeneratieve ziektebeelden. Het optreden van hallucinaties bij deze kwetsbare groep patiënten vergroot de belasting van mantelzorgers en leidt tot snellere cognitieve achteruitgang, verminderd functioneren en grotere kans op verpleeghuisopname. Medicamenteuze behandeling is vaak niet of onvoldoende effectief.

 

DOEL

Inventariseren wat er bekend is over het voorkomen van hallucinaties bij verschillende vormen van dementie, de achterliggende pathofysiologische mechanismen, en het management van hallucinaties bij deze specifieke patiëntencategorie.

 

METHODEN

Review van literatuur. Ter illustratie wordt tevens casuïstiek gepresenteerd.

 

RESULTATEN

Bij de ziekte van Alzheimer treden hallucinaties meestal op in gevorderde stadia van de ziekte en vaak in het kader van een psychose. Bij dementie met Lewy bodies komen hallucinaties al vroeg in het beloop van de ziekte voor. Hallucinaties zijn een kerncriterium in de diagnostische criteria. Bij andere vormen van dementie worden veel minder frequent hallucinaties gerapporteerd.

Er zijn verschillende hypothesen over de pathofysiologie van hallucinaties bij de diverse vormen van dementie. Er is echter nog te weinig bewijs voor een concreet mechanisme.

De behandeling van hallucinaties bij dementie is een combinatie van medicamenteuze en niet-medicamenteuze interventies. Met name bij DLB zijn cholinesteraseremmers effectief. Atypische antipsychotica verdienen de voorkeur. Gebruik van antipsychotica verhoogt echter de mortaliteit.

 

CONCLUSIE

Hallucinaties komen wisselend voor bij dementie en hebben grote impact op de zorg rondom dementiepatiënten.