S57.1 Depressie en angst bij Turkse en Marokkaanse migranten in Amsterdam: zijn er verschillen in symptomen, risicofactoren en beschermende factoren?
Schaik, D.J.F. van, Schrier, A.C.
Voorzitter(s): D.J.F. van Schaik
Locatie(s): Pieter Baan
Categorie(ën):
ACHTERGROND
In de dagelijkse praktijk vinden psychiaters het soms lastig om patiënten van niet-westerse afkomst met angst of depressie te behandelen. Zijn het andere ziektebeelden of spelen andere risicofactoren een rol?
DOEL
Het doel van het onderzoek was een crossculturele vergelijking maken van angst en depressie bij Turks-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse Amsterdammers ten opzichte van autochtone Amsterdammers.
METHODEN
De GGD Amsterdam en de ggz-instellingen in Amsterdam hebben in een random steekproef van de bevolking data verzameld met onder meer de CIDI, SCL-90-R, NEO-FFI, cardiovasculaire risicofactoren en religieuze coping.
RESULTATEN
De resultaten tonen dat etniciteit géén belangrijke rol speelt in het klinisch beeld en de risicofactoren voor angst en depressie. Dit bleek bij crossculturele vergelijking van: a) het symptoomprofiel van depressie; b) de comorbiditeit van depressie en angst; c) de samenhang van persoonlijkheidsdimensies en depressie en angst; d) de samenhang van etnische dichtheid in de wijk (een indicator voor sociale steun binnen de etnische groep) en depressie en angst; en e) de samenhang van depressie en religieuze coping.
CONCLUSIE
De bevindingen ondersteunen de aanbeveling dat ook bij niet-westerse patiënten gestructureerde diagnostiek en behandeling volgens de bestaande richtlijnen kan worden toegepast.
LITERATUURVERWIJZING
A.C. Schrier. Depression and anxiety in migrants in the Netherlands. Population studies on diagnosis and risk factors. Proefschrift VU. Bunnik, 2013. Digitaal verkrijgbaar via A.Schrier@i-psy.nl