S57.4 Het Cultural Formulation Interview, getest in praktijksituaties
Rohlof, J.G.B.M.
Voorzitter(s): D.J.F. van Schaik
Locatie(s): Pieter Baan
Categorie(ën):
ACHTERGROND
Om de behandelmotivatie van migranten-patiënten te verbeteren is het belangrijk kennis te hebben over de culturele kant van hun ziekte. Om deze culturele kant in de intakefase te onderkennen is in de DSM-5 een nieuw interview ontwikkeld: het Cultural Formulation Interview (CFI). Dit is gebaseerd op de Cultural Formulation of Diagnosis.
DOEL
De Nederlandse vertaling van het CFI testen op potentiële klinische bruikbaarheid, toepasbaarheid en acceptatie.
METHODEN
De Nederlandse vertaling van het CFI is getest bij 30 patiënten in 3 instellingen, als onderdeel van een internationale studie met 321 patiënten in 6 landen. Evaluerende vragenlijsten (zowel kwalitatieve als kwantitatieve) zijn afgenomen bij hulpverleners en patiënten. Een analyse van de data vond plaats om de potentiële klinische bruikbaarheid, toepasbaarheid en acceptatie van het CFI te meten. Daarnaast werd de lengte van de CFI’s gemeten en werden transcripties gemaakt van alle interviews.
RESULTATEN
Het CFI werd goed geaccepteerd door hulpverleners en patiënten, door de laatste groep relatief beter. De klinische bruikbaarheid en de toepasbaarheid werden hoog ingeschat. Het CFI duurde tussen de 7 en 30 minuten. Het interview is vooral gericht op ziekteverklaringen en therapiekeuzen. Culturele identiteit komt minder aan de orde. Het onderzoek heeft ertoe geleid dat het CFI in de DSM-5 is gewijzigd naar een versie met 16 vragen.
LITERATUURVERWIJZING
Rohlof, H., Knipscheer, J.W.& Kleber, R.J. (2009). Use of the Cultural Formulation with Refugees. Transcultural Psychiatry, 46 (3): 487-505