S58.4 De invloed van genetische polymorfismen op de duur van de ejaculatietijd
Janssen, P.K.C.
Voorzitter(s): H. Knegtering
Locatie(s): Johannes Ramaer
Categorie(ën):
ACHTERGROND
Eind jaren 90 van de vorige eeuw is de hypothese geformuleerd dat de mate waarin een man zijn zaadlozing kan uitstellen tijdens de coïtus, onder invloed staat van genetische polymorfismen van het centraal serotonerg metabolisme.
DOEL
Op basis van recente literatuur wordt een overzicht gegeven van genetische factoren die betrokken zijn bij de duur van de ejaculatietijd.
METHODEN EN RESULTATEN
In het afgelopen decennium zijn stopwatchstudies uitgevoerd van de intravaginale ejaculatielatentietijd (IELT) bij mannen met de primaire vorm van vroegtijdige zaadlozing. Deze studies hebben aanwijzingen gegeven dat de duur van de zaadlozingstijd wordt beïnvloed door polymorfismen van het gen van de 5-HT-transporter (5-HTT), de 5-HT1A-receptor en de 5-HT2C-receptor. Voortgaand onderzoek zal verder inzicht geven in de vraag of polymorfismen van andere neurotransmittersystemen in een complexe samenwerking met het serotonerg systeem de duur van de IELT eveneens beïnvloeden. Tijdens dit symposium zullen nieuwe data worden besproken uit met name Nederlands onderzoek, alsmede de vraag of genetische polymorfismen ook een rol spelen bij de ejaculatievertragende werking van SSRI’s.
CONCLUSIE
Er zijn aanwijzingen dat polymorfismen van het gen van de 5-HT-transporter (5-HTT), de 5-HT1A-receptor en de 5-HT2C-receptor de duur van de zaadlozingstijd beïnvloeden. Voortgaand onderzoek zal verder inzicht geven in de betrokken mechanismen.
LITERATUUR
Janssen PK, Bakker SC, Rthelyi J, Zwinderman AH, Touw DJ, Olivier B, Waldinger MD. Serotonin transporter promoter region (5-HTTLPR) polymorphism is associated with the intravaginal ejaculation latency time in Dutch men with lifelong premature ejaculation. J Sex Med. 2009 Jan;6:276-84.