Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

vrijdag 11 april 2014 10:30 - 10:52

S60.1 De betekenis en empirische onderbouwing in de klinische praktijk van de begrippen ‘gehechtheidstijl’ en ‘mentaliseren’

Kooiman, C.G., Aleknaviciute, J.

Voorzitter(s): C.G. Kooiman

Locatie(s): Zaal 2.1

Categorie(ën):

INHOUD

De motivatie om dingen te doen of te laten wordt in eerste aanleg gestuurd door aangeboren psychofysiologische systemen die in interactie met de externe omgeving bepalen of wij ons behaaglijk of onbehaaglijk voelen (Panksepp & Biven, 2012). De neiging om ons aan sleutelfiguren te hechten is eveneens een aangeboren systeem dat nauw verbonden is met de psychofysiologische systemen die voor het affectief functioneren van belang zijn. Sinds Bateman & Fonagy (2004) de Mentalization Based Treatment ontwikkelden, is de belangstelling voor de betekenis van gehechtheidstijlen en de kwaliteit van mentaliseren voor de affectregulatie enorm toegenomen. Niet alleen in neurowetenschappelijk onderzoek, maar ook in de psychiatrische praktijk van alledag. 

In deze inleiding wordt besproken wat voor de klinische praktijk de praktische betekenis is van de te onderscheiden gehechtheidstijlen, van de verschillende aspecten of niveaus van mentaliseren en van de rol van stress. Besproken wordt tevens hoe in de gewone psychiatrische praktijk kan worden vastgesteld wat iemands dominante gehechtheidstijl is en wat iemands manier van mentaliseren is, en in welke mate Routine Outcome Monitoring hierbij ondersteunend kan zijn. In de andere presentaties worden de resultaten besproken van empirisch onderzoek van de eigen onderzoeksgroep.