Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

vrijdag 11 april 2014 13:06 - 13:30

S06.4 Transitie naar psychose bestaat niet meer

Veling, W.

Voorzitter(s): J.P. Selten

Locatie(s): Zaal 09

Categorie(ën):

ACHTERGROND

De laatste jaren zijn de concepten ultra high risk (UHR) voor psychose en transitie naar psychose steeds meer in de behandelpraktijk ingebed. Deze concepten suggereren dat er een zinvolle grens te trekken is tussen UHR en psychose en dat andere dan psychotische symptomen minder belangrijk zijn. Het is de vraag of het maken van zo’n grens behulpzaam is bij behandeling en of zo’n grote nadruk op psychotische symptomen is gerechtvaardigd.

 

DOEL

Nagaan of mensen aan weerszijden van de beschreven grens van elkaar verschillen in zorgbehoefte en prognose, met behulp van gepubliceerde onderzoeken over aard en beloop van UHR, en studies over psychotische ervaringen bij adolescenten en jong volwassenen in de algemene bevolking.

 

RESULTATEN

Instrumenten als de CAARMS bepalen transitie naar psychose aan de hand van zeer verfijnde criteria, maar de zorgbehoefte voor mensen net ónder de gedefinieerde psychosedrempel is meestal vergelijkbaar met die van mensen boven de drempel, en het functioneren is evenzeer beperkt.

Net als psychose gaat UHR gepaard met veel depressie en angst. Met mensen die niet de transitie naar psychose maken, gaat het jaren later vaak toch niet goed. In de adolescentie hangen alle soorten symptomen met elkaar samen en is beloop van de symptomen over de tijd sterk variabel. Een strikt onderscheid tussen psychotische en andere problemen is in deze groep nauwelijks te maken. Psychopathologie wordt steeds meer in geïndividualiseerde continua en dimensies begrepen.

 

CONCLUSIE

Er is een bredere benadering nodig, waarin geen absolute grens van psychose wordt gehanteerd, waarin minder nadruk ligt op psychotische symptomen, meerdere dimensies van symptomen en functioneren worden gewogen en waarin kracht en kwetsbaarheid in de sociale context worden verdisconteerd. Behandelbeslissingen kunnen beter worden genomen op basis van een dergelijk profiel.