Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

vrijdag 11 april 2014 12:45 - 13:15

P67 Farmacologische behandeling van interictale psychose bij patiënten met epilepsie. Een systematisch literatuuronderzoek

Mors, A.J.W. ter, Boon, M.

Locatie(s): ExpoFoyer

Categorie(ën):

ACHTERGROND

De life-time-prevalentie van psychosen bij patiënten met epilepsie is 2 tot 7 procent, waarvan 10 tot 30 procent interictaal. De meeste patiënten vertonen een fenomenologie die lijkt op schizofrenie. Er worden klassieke en atypische antipsychotica gebruikt. Complicerend zijn de combinatie met epilepsie, interacties tussen anti-epileptica en anti-psychotica, psychose als bijwerking van anti-epileptica en de verlaging van de epilepsiedrempel door anti-psychotica. Wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van farmacologische behandeling van deze psychosen ontbreekt.

 

DOEL

Systematisch literatuuronderzoek verrichten om wetenschappelijk bewijs te vinden dat als basis kan dienen voor een richtlijn voor de behandeling van interictale psychosen, voor Epilepsie Centrum Kempenhaeghe in Heeze. In dit literatuuronderzoek hebben we ons gericht op de vraag welk(e) antipsychoticum(a) is/zijn effectief en veilig in de behandeling van interictale psychose bij patiënten met epilepsie.

 

METHODEN

Een systematisch literatuuronderzoek in de elektronische databases, PubMed, Embase, Psychinfo en de Cochrane database. Twee reviewers hebben, onafhankelijk van elkaar, het literatuuronderzoek uitgevoerd. De eerste selectie vond plaats op basis van de inclusiecriteria, aan de hand van titel en abstracts, en indien nodig op basis van de volledige tekst. Bij onenigheid besliste een derde reviewer.

Data-extractie: studiekarakteristieken, patiëntkarakteristieken, interventiekarakteristieken. CASP (Critical Appraisal Skills Program) assessment-tools werden gebruikt om de kwaliteit te toetsen.

 

RESULTATEN

Wij vonden 206 artikelen. Uiteindelijk bleven er 6 artikelen over: 3 prospectieve cohortstudies, 1 case serie en 2 case reports.

 

CONCLUSIE

Er zijn aanwijzingen dat antipsychotische medicatie werkzaam is (niveau 3). Mogelijk zijn lagere doseringen voldoende (niveau 3). De literatuur is niet eenduidig over het verlagen van de epilepsiedrempel door clozapine (niveau 3). Bij de overige antipsychotica zijn er onvoldoende aanwijzingen dat ze de epilepsiedrempel verlagen (niveau 4). Er is geen specifiek antipsychotisch middel, dat effectief is (niveau 4). Er zijn geen aanwijzingen voor hoelang er behandeld moet worden  (niveau 4).

Zowel het literatuuronderzoek als de richtlijn wordt gepresenteerd.

 

LITERATUURVERWIJZING

  1. Feltz-Cornelis, van der CM. Treatment of interictal pscyhiatric disorder in epilepsy II. Chronic psychosis. Acta Neuropsychiatrica 2002: 14:44-48.
  2. Gaitatzis A, Trimble MR, Sander JW. The Psychiatric comorbidity of epilepsy. Acta Neurol Scand 2004: 110: 207-220.
  3. Nadkarni S, Arnedo V, Devinski O, Psychosis in epilepsy patients, Epilepsia 2007, 48 (suppl 9):17-19,
  4. Sachdev P. Schizophrenia-like psychosis and epilepsy: the status of the association. American Journal of Psychiatry 1998;155(3):325-36.
  5. Torta R, Keller R. Behavioral, psychotic, and anxiaty disorders in epilepsy: etiology clinical features, and therapeutic implications, Epilepsia 1999;40(Suppl. 10): S2-S20.