Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

vrijdag 11 april 2014 12:45 - 13:15

P80 Mindfulnesstraining in de behandeling van een heterogene psychiatrische patiëntenpopulatie: evaluatie en vergelijking van de verschillende diagnostische groepen

Bos, E.H., Baas, C., Merea, R., Brink, H. van den, Sanderman, R., Bartels-Velthuis, A.A.

Locatie(s): ExpoFoyer

Categorie(ën):

ACHTERGROND

De effectiviteit van mindfulnesstraining ter preventie van een recidief depressie is aangetoond in een aantal RCT’s. Tevens is er enig bewijs voor de effectiviteit van mindfulnesstraining bij de behandeling van andere psychiatrische stoornissen, zoals bipolaire stoornissen en angststoornissen.

 

DOEL

In dit onderzoek werd bij een heterogene psychiatrische poliklinische patiëntenpopulatie het effect onderzocht van mindfulnesstraining op psychische klachten, kwaliteit van leven en mate van mindfulness, en zijn de verschillende diagnostische groepen met elkaar vergeleken.

 

METHODEN

Vijf diagnostische categorieën zijn onderscheiden: depressieve stoornis, bipolaire stoornis, angststoornis, aanpassingsstoornis en ‘overige diagnosen’. Voor aanvang en direct na afloop van de training werden vragenlijsten ingevuld over klachten (Korte Klachten Lijst; KKL), kwaliteit van leven (WHOQOL-Bref) en mate van mindfulness (Kentucky Inventory of Mindfulness Skills-39; KIMS).

 

RESULTATEN

In totaal zijn 143 patiënten geïncludeerd (gemiddeld 45.3 jaar, SD 10.4; 69% vrouw; gemiddelde ziekteduur 10.4 jaar, SD 9.5). De totale patiëntengroep verbeterde significant op alle uitkomstmaten. De groep patiënten met een bipolaire stoornis verbeterde niet op psychische klachten en kwaliteit van leven, mogelijk vanwege een langere ziekteduur en minder psychische klachten voor aanvang van de training.

 

CONCLUSIE

Mindfulnesstraining lijkt bij te dragen aan een algehele verbetering van een heterogene poliklinische patiëntenpopulatie. Verschillen tussen de onderscheiden diagnostische groepen kunnen worden toegeschreven aan verschillen in ziekteduur en ernst van de klachten.